Gedichten lezen en schrijven met kinderen

Grote voeten
mijn nieuwe schoenen
zijn zo groot
de hele wereld
past eronder
1
Schrijf op het bord in één regel de uitspraak op:
mijn nieuwe schoenen zijn zo groot de hele wereld past eronder.
Vraag de kinderen om op de regel te reageren. Hoe oud denken ze dat het kind is die die regel zegt? Waarom? Kunnen schoenen zo groot zijn dat de hele wereld eronder past?
2
Vraag de kinderen de uitspraak precies over te schrijven, maar er twee regels van te maken. Daarna verknippen ze de uitspraak tot drie regels, tot vier regels, tot nog meer regels. Welke regelverdeling vinden ze het mooist? Waarom? Boven hun beste verdeling zetten de kinderen een titel. Bespreek samen een paar resultaten. Laat daarna zien hoe de dichters Hans en Monique Hagen hun gedicht hebben geschreven. Door een uitspraak te verdelen over een aantal regels kunnen de afzonderlijke woorden meer nadruk krijgen. Zo ontstaat er een gedicht dat ruimte om zich heen heeft.
3
Ieder kind krijgt een groot vel papier, A3- of A2-formaat. De kinderen trekken hun rechterschoen uit, zetten hem midden op het papier en trekken met potlood of viltstift de omtrek van de schoen over. Daarna wordt de rechterschoen weer aan- en de linkerschoen uitgetrokken. In de schoenvorm op het werkpapier tekenen de kinderen zo precies als maar kan de zool van de linkerschoen na. Elke ribbel, elke vormpje, elk schaafplekje wordt nagetekend.
4
Als de kinderen klaar zijn met tekenen, gaan ze rondom de schoen woorden en zinnen schrijven. Stel de volgende vragen en geef elke keer even tijd om daarover te schrijven op een steeds wisselende plek op het papier.
- Schrijf op hoe je schoenen eruit zien: kleur, vorm, maat, materiaal, enzovoort.
- Schrijf namen van onderdelen van je schoen en bij elk onderdeel één of een paar woorden: veters (wit met vuil), hak (beetje schuin), neus (glimmend), enzovoort.
- Schrijf op waar je schoenen vandaan komen.
- Schrijf op waar je schoenen ’s nachts staan.
- Schrijf op waar je schoenen allemaal zijn geweest.
- Schrijf over de verste plek waar je schoenen zijn geweest.
- Schrijf op waar je schoenen goed in zijn.
- Schrijf iets belangrijks op wat je schoenen hebben meegemaakt.
- Schrijf op waar je schoenen bang voor zijn.
- Schrijf op wat je schoenen in de kast zeggen tegen andere schoenen.
5
De kinderen onderstrepen op hun papier belangrijke of bijzondere woorden of zinnen.
Die gebruiken ze om op een kladblaadje een uitspraak te schrijven van een twaalftaltal woorden. De uitspraak kan beginnen met mijn … schoenen, maar dat hoeft niet.
6
De kinderen experimenteren hoe ze hun uitspraak kunnen verknippen en er twee, drie, vier of meer regels van kunnen maken. Ze kiezen de beste oplossing en geven hun gedicht een titel.
Nikes
We halen elkaar
steeds in
en toch
blijven we
bij elkaar.
Thom, groep 6
Vies
Soms zit er hondenpoep
tussen onze ribbeltjes
vlak bij onze neus!
Ana, groep 6
Mijn oude
vuile
versleten
kapotte
schoenen
lopen het lekkerst.
Tim, groep 5