Kasteeljuweel 2009 Het jaar van Hooft op HolHet is mei 2009. Voor de zevende keer doen scholieren van scholen uit de omgeving van het Muiderslot mee aan de dichtwedstrijd Kasteeljuweel - Dicht je rijk. Dit jaar is heel feestelijk, want alles staat in het teken van het ‘Hooft op hol'-festival, 400 jaar P.C. Hooft op het Muiderslot. De scholieren worden langs banieren met liefdesgedichten van P.C. Hooft geleid, langs de 17e--eeuwse kragen in de pruimenboomgaard, langs vele ‘hoofden', portretten van leden van de Muiderkring, en langs het beeld van Tesseltje, de muze van Hooft. Samen met het kasteel zijn dit de inspiratiebronnen voor de gedichten die ze gaan schrijven. Liefde en status Alle onderwerpen trekken genoeg dichtende scholieren, maar de banieren, de kragen en het Muiderslot zelf krijgen de meeste belangstelling. Niet verwonderlijk, liefde en status zijn eeuwige onderwerpen, en het Muiderslot zelf spreekt ook altijd tot de verbeelding. Dichten over Tesseltje, en over verschillen over jongens en meisjes is uitsluitend een meisjesaangelegenheid. Rustige meisjes, stoere jongens/ voetballende jongens, dansende meisjes/ meisjes met make-up, jongens met gel in hun haren/ meisjes druk met mode/ (...) jongens hip en irritant/ dansers in de pubertijd, dicht Esmée van Rijnbach (College De Brink). Tesseltjes zus Anna daarentegen krijgt wel belangstelling van jongens. Dat heeft vast te maken met de onderwerpen die haar aankleven: concurrentie, zusje dat het beter doet dan jij, jaloezie. De schutter mist altijd/ de zon schijnt altijd minder/ het gras is altijd minder groen/ tweede keus (....), in de woorden van Steijn Beijersbergen (Willem de Zwijger college). Muiderkring Niet alle hoofden zijn even populair, maar wonderkind en homo universalis Huygens en ‘migrant' van den Vondel doen het zo gek nog niet. Succesvol, hij heeft geen angsten/ waar hij naar verlangt, binnen bereik (...) gedichten zo diep/ toneelstukken zo sterk/ geen man die hem overtreffen kan (Maire Jacobs, Helen Parkhurst, over Joost van den Vondel). Ook de ‘Muiderkring' trekt niet direct massa's dichters. Na enige extra werving kiezen sommigen er toch voor en dat levert alsnog een aantal sfeervolle gedichten op. Iedere pruimentijd/bij elkaar/lachen, eten/ met zijn allen in de boomgaard/iedere zomer/gelach, gefeest/ iedere dag/ een nieuwe dag/ blijven rijmen/ tot 's avonds laat/ blijven schrijven/ en luisteren/ dan is het over/ weg pruimentijd/ terug/ naar je eigen tijd schreef Welmoed van Zuiden (Willem de Zwijger College). Het spelen met het begrip tijd is een van de terugkerende elementen in de oogst van dit jaar. Hooft op hol Op allerlei manieren laten de scholieren de 17e eeuw in hun gedichten doorklinken. Neem deze door die tijd geïnspireerde regels: jouw handen, zo zacht als ganzenveren, of Gij mijn lief, huilend in het groene gras, of Al haar talenten in krullend handschrift. Het is lekker om naar aanleiding van ‘Hooft op hol' in de 17e eeuw te kunnen duiken en ons te kunnen verdiepen in al die personages die voortleven in de namen van parken, prijzen, straten, residenties, scholen en instituten. Het zijn niet de minsten, Hooft en zijn vrienden van de Muiderkring, en het is terecht dat ze na 400 jaar nog steeds aandacht krijgen en inspiratie mogen leveren. Daar genieten veel scholieren van, mocht ik vaststellen, en ik ook. Gelukkig hebben we weer veel opvallende en mooie gedichten als getuigenissen. Veel leesplezier en (voor de zevende keer) tot in de pruimentijd. Jacques Brooijmans (docent School der Poëzie)