Een verslag van onze docent Ilonka Verdurmen over PoëzieSlam in Utrecht (een samenwerking tussen Literatuurhuis Utrecht, het Poëziecircus en School der Poëzie). “Kijk toch eens naar die haag van rozen die voor jou worden opgestoken,” zegt presentatrice en slamdichter Ellen Deckwitz, "geniet van deze rozentuin voor jouw gedicht!.” Roze, gele, zachtoranje en rode roosjes, sommigen geknakt, worden in de lucht gehouden bij wijze van stemmen door het publiek. Theater Moïra aan de Utrechtse Wolvenstraat, is gevuld met meer dan honderd scholieren, spekjes en een sardonisch grijnzende Dyonisus op het podium. Twee scholen strijden om de eer én 25 euro, twee derde klassen van het Stedelijk Gymnasium Utrecht en het Leidse Rijn College. Masterclass Na enerverende poëzielessen werden uit elke klas vijf jongeren geselecteerd die het op zouden nemen voor hun school en een masterclass kregen aangeboden door filosoof en slamdichter Daniël Vis en Nederlands slamkampioen Ellen Deckwitz. Thijs, leerling van het Stedelijk Gymnasium, was geselecteerd maar moest tijdens de workshop na tien minuten vertrekken voor een bezoek aan de tandarts. “If nothing goes right, turn left” was het citaat dat hij achterliet. Inspiratiebron: de gloeilamp Daniel Vis liet de jongeren een woordspin maken met alle cliché’s over de liefde die ze maar konden verzinnen. Daarna legde hij een gloeilamp op tafel. “Kijk ernaar en laat je inspireren en schrijf dan een gedicht waarin je alle cliché’s vermijdt. Deze opdracht leidde ondermeer tot deze gedichten: zoveel poppetjes als er staan zoveel blauw als er is zo groot en zo klein als onze eigen knikker is, en hoe bijzonder het is dat je er mag wonen samen met al die andere miniatuurtjes cirkelend om een groot helder ding tussen al die andere knikkers onze aarde Willem van Doorn, 3D inspiratie als een havik in een stad als een tijger in een zwembad als een schildpad in een boksring als een amoebe in een concertzaal [als een minister in een oorlog] zo voel ik me als ik een gedicht moet schrijven Daniëlle van Remmerswaal, 3D Poëzieslam Daniël, wiens workshop door de jongeren wel ‘droog’ werd gevonden, ging ook nog aan de slag met de voordracht van de gedichten en dat was goed te horen. Er waren verschillende rondes in deze Slam, een samenwerking tussen Literatuurhuis Utrecht, het Poëziecircus en School der Poëzie. In de eerste ronde presenteerden 20 scholieren (10 van elke school) de gedichten die ze tijdens een workshop van docenten van School der Poëzie in de klas hadden geschreven. De ene helft van de zaal was gevuld met leerlingen van het Stedelijk Gymnasium en de klassen van het Leidse Rijn bezetten de andere helft, waarbij opviel dat de nissen aan de zijkant van het zaaltje bijzonder populair waren. Gemiddeld 12-20 jongeren persten zich opeen rondom de tafel op de bankjes. Stemmen met rozen De 20 leerlingen waren verdeeld in vier groepjes van vijf. Het LRC stemde over de gedichten van het Stedelijk en omgekeerd. Sylvia Huberts, stadsdichter van Haarlem, gaf steeds een beoordeling van de gedichten en daarna gingen de rozen de lucht in. Het tellen gebeurde door Lisa Berlang van het PoëzieCircus met assistentie van twee ‘echte nerds’ die meer van cijfers hielden dan van woorden, Menno (SG) en Björn (LRC). Sylvia Huberts, stadsdichter van Haarlem Het gedicht van Max Butter ontving bijvoorbeeld negen rozen: Alles draaide om mij Ik had het mooiste haar van de school Ik dacht dat ik alles aan kon met mijn haar Maar toen moest ik mijn haar afknippen Het was te lang geworden zeiden mijn ouders En nu ben ik lelijk Zelfs mijn zus wil niks meer met me te maken hebben Max Butter (LRC) Terwijl Brit (SG) er 37 ontving: Bevrijd Ik, de roze pump op een plek waar ik niet wil zijn Mensen die stoeien, springen, schreeuwen als bijenvolken bij hun koningin Claustrofobisch, moe, vies, verwaarloosd zo anders dan normaal als een pinguïn op het strand Zo niet waar ik wil zijn Volg niet goed wat er gebeurt wil maar één ding Weg van deze plek Dan is daar opeens de bevrijding Vlieg ik als een vogel over die verschrikkelijke plek ‘Zo, dat lucht op’ Voordragen alsof je in een voetbalstadion bent Er werd met vuur en verve voorgedragen en gestemd en geteld en na een korte pauze waarin vooral het aangeboden snoep binnen tien seconden verdwenen was, startte de tweede ronde. De tien overgebleven dichters presenteerden het tweede gedicht dat zij hadden geschreven en uiteindelijk bleven er vijf over. Deze vijf wachtte een verrassing want zij moesten een briefje uit een hoge hoed trekken met daarin een opdracht over de stijl van hun voordracht. Zo kon het gebeuren dat het gedicht moest worden voorgedragen alsof je voorlas voor kleuters, in een voetbalstadion, alsof je naar de wc moest, zenuwachtig was of boos. Het toeval bepaalde dat Wessel Custers zijn gedicht ‘Een zonnige regendag’ moest voordragen alsof hij naar de wc moest. Een zonnige regendag Asgrauwe lucht, plassen overal Regen, net een koude douche Alle ramen huilen, tranen met tuiten Een sombere dag Ik staar naar buiten Zie zwoegende regenpakken Alleen maar chagrijnige blikken Wat een hondenweer, wat een dag. Plots komt de zon, een gouden bal van licht Overal glinsterende regendruppels Duizenden juwelen in zonnestralen Een regenboog doemt op aan de horizon Blijdschap vervult mijn hart Ik spring op, ren naar buiten Dans tussen de druppels Mijn lachende spiegelbeeld in elke plas Vraag je me dan wat voor dag het is, dan zeg ik: een zonnige regendag De winnares Na deze derde ronde werd er gestemd dmv het overhandigen van de rozen. Sterre, Brit, Wessel en Willem ontvingen een kaartje voor de Nacht van de Poëzie en het gedicht van Emma van Vliet (gelezen door Nina) van het Leidse Rijn College werd bekroond met maar liefst 45 rozen. Presentatrice Ellen Deckwitz had het vermoeden dat de jongeren toch allemaal diep van binnen depressief waren, daarvoor ben je derdeklasser. “Later komt het allemaal weer goed” riep ze. En zo werd Emma de winnares van deze PoëzieSlam: Opeens was het weg Alles Ik voelde mijn hersenen kraken net zoals het ijs Maar niks bloeide op Ik had het koud Het was donker Ik voelde niks meer Alles bloeide maar mijn hersenen bloeiden niet mee Alles bloeide maar mijn denkvermogen niet Ik probeerde een uitweg te vinden uit deze donkere kou Het lukte niet Langzaam zakte ik weg Op weg naar een donkere, koude bodem Emma van Vliet (LRC), eerste prijs