Schrijfopdrachten bij actuele poëzie
Lees het volgende gedicht van Roland Jooris uit zijn bundel Als het dichtklapt:
Manet: rozen
Hoe in het geuren van
de rozen zich hun
kleuren lengen tot een
aroom van puur
pastel
Hoe ze bedwelmen
in de uitgebleekte tinten
van hun kelken
Van donker koel
gedronken, vergeeld
in hun gebroken wit
Hoe onthecht zich
hun verwelken in
vervluchtiging
2
Schrijf een simpel zelfstandig naamwoord op.
Bijvoorbeeld deur, tent, vouwfiets.
3
Bekijk de structuur van het gedicht van Jooris:
vier korte, smalle strofes die achtereenvolgens beginnen met
Hoe, Hoe, Van, Hoe.
4
Schrijf een Hoe-Hoe-Van-Hoe-gedicht
naar aanleiding van jouw zelfstandig naamwoord.
Een paar gedichten die op zo’n manier zijn geschreven:
Deur
Hoe je duwt
en toch niet binnenkomt
duwt en doorduwt
nee niet
Hoe je opeens ziet
ach ja
niet duwen maar trekken
Van buiten kom je
naar binnen wil je
Hoe je trekt en zie
de deur laat je binnen
*
Tent
Hoe zetten we
de tent op
een rustige plek
Hoe staan de andere
tenten
bij de boerderij
Van wie is die tent
naast ons
Hoe zetten we
de tent op
*
vouwfiets
hoe in het uitklappen van
de vouwfiets zich haar
wielen ronden tot een
droom van lustig
draaien
hoe zij zich uitbreidt
in de zware kleuren
van stuur en zadel
van snel mobiel
voortjagen, ongelukkig
in haar gebroken val
hoe ontbreekt zich
haar breuken
in losse onderdelen
*
Het kattenvoer
Hoe blij is de poes met
een nieuw blikje
Hoe lekker ruikt het voer
iedereen zou het lusten
Van de poes hoeft het niet
in de koelkast
Hoe vies gaat het rotten
na een dag op het aanrecht