Schrijfopdrachten bij actuele poëzie
Esther Jansma schreef in een gedicht de regels
Een brug is een deur in de weg
en
Een huis is een hol in de ruimte
1
Brug en huis zijn heel gewone woorden:
huis- tuin- en keukenwoorden.
Maak een lange lijst van gewone woorden,
zelfstandige naamwoorden net zoals brug en huis.
2
Maak van elk woord een regel.
In die regel omschrijf je het ding.
Een stoel is een… (in/met/voor/op/uit) een…
3
Kies je beste regels uit en zet ze in een goede volgorde.
De verschillend regels kunnen met elkaar te maken hebben.
Bijvoorbeeld:
Een brug is een deur in de weg
Een weg is een lint in je haar
Een haar is een lijn uit het hoofd
Het hoofd is een knop op een steel
Je kunt ook op andere manieren verbindingen leggen tussen de verschillende regels.
4
Of kies een wonderlijke regel uit en verzin er meer beelden bij.
Het hoofd is een knop op een steel.
Wat zit er in die knop?
Opgevouwen gedachten die nog geen kleur hebben?
Gedachten waarover?
Wat voor bloem zal het hoofd worden?
Als je een gedicht schrijft, stel je jezelf steeds nieuwe vragen.
En elk beeld roept weer nieuwe beelden op.
Zo schrijf je van regel naar regel een gedicht.