Hij...
Hij, hij die altijd aanwezig was en naar je luisterde als dat nodig was
Hij die wielrennen keek vanuit zijn bruine ligstoel in de kamer,
terwijl jij aan het knutselen was
Hij die niet echt bloedverwant was, maar toch echt familie
Ik kwam uit school en scande het schoolplein voor hem en daar
stond hij lachend op mij te wachten
Hij die mijn hele leven al weinig kon en toen ging het slechter, slechter
Thuis zat hij op ons te wachten, elke keer weer, en als wij tv wilden
kijken terwijl hij dat zat te doen, natuurlijk!
Hij die geduldig was, aandachtig was, gezellig en lief
Hij die nu niet meer op ons zit te wachten
Juliët
Cals College