Naar België
16 april 2012 in Frankrijk, een dag vol verdriet.
Het was het einde van de dag op school, ik zag mijn mama aan het einde van de trap. Zij was beetje nieuwsgierig, maar ik wist nog niet waarom. Zij vertelde me dat we naar België gingen, voor altijd. Ik was verbaasd.
Waar is België? Waarom gaan we naar daar? Waarom nu? Het was de laatste dag, de laatste minuten dat ik nog op deze school zat.
Ik zag mijn beste vriendin achter mij. Zij had geen afscheid genomen met mij, maar zij is direct weggegaan. Zij wist niet dat ik de volgende dagen er niet zou zijn. Zij wist niets.
Dit gebeurtenis doet me denken aan het gedicht Lief kind van Rudy Kousbroek.
Het zijn niet de schelpen
Die heen en weer rollen op de vloedlijn
Maar de herinneringen (…)
Het zijn niet de dingen van nu
Die je hoort gebeuren
Maar dingen van vroeger
Ik was klein, maar ik herinner me haar nog steeds. Ik kon geen afscheid met haar nemen, het gedicht is diepgravend en gevoelig voor mij.
Ik vraag mij altijd af of ik haar ooit terug zou kunnen zien.
De emotionele kant van mijn verhaal doet me denken aan het gedicht Deze lente, dit van Miriam Van hee.
Ach, deze lente dit
uitgesteld ontluiken, dit
regenen waarin je
afscheid neemt, de trein
mist, rondhangt, rechtstaand
eet, ontredderd, vrij.
Ik herinner me dat het die dag regende en dat er op de school een slechte sfeer heerste.
Gaan we ooit nog terug kunnen lachen? Kunnen huilen? Of misschien samen langzaam groter groeien?
klas 5ET-Atheneum Wispelberg
Debat en essay 2022, Kopergietery Gent, voorronde Gent