Oma's appeltaart

Eva

Toen ik klein was, ging ik elke zomer met m’n grootouders naar zee. Oma had altijd snacks en frisdrank mee, want ze wou de kleinkinderen verwennen. Ze was mijn heldin, mijn inspiratiebron en mijn oma. We hadden een speciale band.

Ik zat in het eerste middelbaar toen ik te horen kreeg dat ze kanker had. Ze heeft hard gevochten, maar het niet gehaald. De foto’s die in het huis van haar en mijn grootvader hangen, zie ik voor me als ik het gedicht Foto van Herman de Coninck lees.
Mijn grootmoeder was geen fotomodel, maar ze zat altijd te lachen als ze met haar familie op de foto ging. Het is een treurig gedicht, dat me haar doet missen en verlangen naar haar knuffels in die gezellige armen. Deze herinneringen zie ik bij Foto en niet bij Maar we zouden niet vergeten dat van Bert Schierbeek.

De gedichten zijn verschillend van elkaar net zoals m’n emoties als ik ze lees. Het gelach uit Maar we zouden niet vergeten dat herinnert me aan haar aanstekelijke lach. Het is een speels en energiek gedicht, precies zoals ze was. Mijn grootmoeder genoot van haar leven. Ze reisde, bakte en deed veel voor haar kleinkinderen. Haar pretogen toen ze een ei in de appeltaart vergeten was, is een dierbare herinnering.

Voor haar appeltaart was ze gekend bij vrienden en familie. Ze kijkt over mijn schouder mee als ik hem aan het bakken ben en dan hoor ik haar in mijn oor fluisteren dat ik het ei niet mag vergeten. Het maken van deze appeltaart heeft in onze familie ondertussen mythische proporties gekregen. De taart is een kader geworden, die het verleden bij elkaar houdt. Zoals het laatste vers van Foto:

(…) Alles is ver. En de liefste dingen nog verder.
Maar door het verleden wordt het bij elkaar
gehouden, als schapen door een herder.

Het doet me denken aan het droevige moment dat we afscheid moesten nemen. Deze herinnering zie ik enkel bij het eerste gedicht van de Coninck. Beide gedichten zijn verschillend van elkaar, net zoals m’n emoties. Haar appeltaart creëert nog steeds mooie herinneringen. Die goede momenten zie ik voor me als ik Maar we zouden niet vergeten dat lees. Het liet me haar mooie lach zien wanneer ze tussen haar familie zat. 

(…) want we hebben gelachen en veel hé?
en dat zullen we nooit vergeten om-
dat we zoveel gelachen hebben en dat
niet vergeten gvd wat hebben we gelachen (…)

- Eva, Einstein Atheneum