Niets duurt voort behalve verandering
Zoals Heraclitus al zei in de 5e eeuw voor onze jaartelling: ‘Niets duurt voort behalve verandering’. Daar kan ik mij helemaal in vinden. Een beetje verandering en dynamiek in het leven geeft er zoveel meer ‘bruis’ aan.
Toen ik op zevenjarige leeftijd verhuisde, kreeg ik het kleinste kamertje. Ik bedoel dan niet het toilet, maar de kleinste slaapkamer. Vaak heb ik zitten onderhandelen met mijn drie broers om van kamer te ruilen. Ik maakte ‘contracten’ waarin ik hen bergen snoep beloofde of ik probeerde ze om te kopen met mijn zakgeld. Dit alles om een grotere kamer te krijgen.
Mijn broers waren taai. Ik kreeg mijn zin niet en dat maakte de jaloezie van binnen nog groter, dus ging ik met mijn eigen kamer aan de slag. Wat verandering zou misschien helpen? Bed in een andere hoek, bureau een stukje opschuiven, kast verplaatsen... dat is simpel mét effect.
Want eventjes weet ik ’s morgens niet waar ik ben of ik grijp in de verkeerde la. Eventjes is het ‘gewone’ geworden tot ‘speciaal’. Eventjes, tot ik het weer gewend ben.
Dit gevoel staat zeer mooi beschreven in Ik vroeg mijn vader van Tjitske Jansen. Het is realistisch en heel herkenbaar. Een citaat:
Ik vroeg mijn vader om mijn bed op een andere plek
in de slaapkamer te zetten. Zodat ik de ochtend na
het verplaatsen, nog niet aan de verplaatsing gewend,
het even niet zou snappen, even in de war zou zijn
Het gedicht Weggaan van Anton Korteweg heeft dezelfde schrijfstijl, ook al gaat het over een auto die wegrijdt en een droge plek achterlaat op de natgeregende weg. Langzaam wordt die droge plek ook nat en is alles terug bij het oude.
Het slot van Weggaan:
een plek die zich van de rest van de straat
onderscheidt, even nog, tot hij ook nat is
en niet afzonderlijk meer bestaat
Dat is wat blijft als je weggaat
Iets heel anders, sluit dit toch ook aan bij het thema ‘verandering’. Immers, niets blijft. Ook de droge plek wordt nat. Niets duurt voort, behalve verandering.
Nu terugkijkend op de boosheid en jaloezie die ik toen zo sterk voelde, naar iedereen die een grotere kamer had dan ik, moet ik lachen. Ik ben heel tevreden met mijn ‘kleine’ kamer. Immers, in Afrika leeft een hele familie in een kamer zo groot als die van mij en veel daaraan veranderen kan ik niet..
Laura (6 MTWE - Atheneum Gentbrugge)
Debat en essay 2019, Poëziecentrum Gent, voorronde Gent