Diamant
Een diamant vormt zich als ik op een kaart
de plekken verbind waar ik mijn geliefden voor het laatst zag.
Mijn nichtje op één been hinkelend
door de Zuiderzeelaan of de onderste hoek van de diamant.
Ik zie mijn opa in de Hooiveldstraat of de linkerhoek van de diamant nog
tomaten gooien naar voorbijgangers die daarna nooit meer terug durfden te komen.
Mijn broertje rent in de rechterhoek of de straat der
sneeuwpoppen achter de kat aan die toch altijd sneller is dan hij.
RSG Magister A3B