Jongerendebat : De kunst van de taal
De kunst van de taal
De dichtkunst is een kunst van het gevoel, van de emotie en van het hart. Het is een kunst die door ieder op de een of andere manier geïnterpreteerd wordt en het is een kunst die wordt gevormd om de gedachten van anderen in gang te zetten. Hoe kan één enkeling poëzie beoordelen zonder dat daarmee het gevoel van de schrijver verdwijnt? Hoe kunnen gedichten met elkaar vergeleken worden als ze allemaal een andere gedachte op zouden moeten wekken?
Gedichten zijn het zwaard van de taal: het wapen van de communicatie, verpakt in een zachte wollige deken van lieflijke woorden. Meningen worden ongegeneerd geplaatst, gebeurtenissen beeldend verwerkt. Niet alleen deze gedichten zijn het lezen waard, ook de gedichten die op het eerste gezicht nietszeggend lijken geven een impuls aan de gedachten van velen. Misschien zijn het juist deze gedichten die het meest waardevol zijn voor de taal.
Gedichten kunnen vergeleken worden, op verschillende vlakken. Toch kunnen zijn nooit goed of slecht zijn, het is een kwestie van meningen.
‘Stemming’, van Paul van Ostaijen is een gedicht dat zich richt op het concrete, het schetsen van dat ene moment in de realistische wereld van het hier en nu. Het is de poëzie die een stemming creëert die ieder zou kunnen voelen. Het persoonlijke heeft plaats gemaakt voor het toegankelijke. Toch is de emotie gebleven en ongeschreven wordt deze begrepen. Met rijm en ritme wordt rijkelijk gestrooid, het vormt een leidraad in het gedicht, het is een te volgen pad.
‘Stilte’ van Bert Schierbeek, is een gedicht dat hetzelfde gevoel overdraagt. Door het gebruik van andere, kleinere woorden en kortere zinnen wordt de beschreven stilte hoorbaar. Zelfs al is dit gedicht abstracter, de begrijpelijkheid en de toegankelijkheid is gebleven. Het rijm en het ritme zijn verscholen in het minimalistische en zij kunnen enkel door de stem tot uiting worden gebracht.
Gedichten zijn gedachten, gebundeld op papier, voor iedereen zo anders en, hoe tegenstrijdig ook, nauwelijks te beschrijven. Dichters beheersen de kunst van de taal, woorden worden door de pen van de schrijver beeldend en vormend. Gedichten zijn, hoe klein of uitgebreid ook, een toevoeging aan de huidige taal. Ze verdienen het om geschreven te worden, ze zijn het waard om gelezen te worden.