Zonder geesten zonder lichaam
Er was een man
Zonder geest en zonder lichaam
Hij woonde in een huis zonder
muren en zonder dak
Hij verfde alles kleurrijk zwart
met een kwast zonder haren
De man was genaamd Jan maar
heette Kees
Kees die hield van bomen
zonder stam en zonder takken
En at een broodje kaas
zonder kaas maar met ham
Hij zat rustig druk te doen
Op een koude warme avond
Aan het begin van de dag
En keek naar buiten
het binnen in
1e Prijs
Vossius Gymnasium