Ik streel zachtjes door zijn haar
Dat streelt zachtjes langs mijn wang
Als ik hem omarm

Daar staan we in het zonlicht warm
Als de wind door onze haren waait
Waar de grond en bomen mij bemint
Geruis tussen de bloemen als ik zing

Het schemert, zo meteen wordt de lucht
weer grauw
De sterren ontwaken en kleuren hemel
Van groen tot rood

De maan verlicht jouw mooi wit gezicht
Je ogen vonkelen de kleur diep goud
Als je een zachte grom aan mijn stuurt

Nu kom ik hier weer elk jaar
De grond en bomen zijn altijd klaar
Om bekeken en bewonderd te worden
Met herinneringen te laten overstromen