Amsterdam
24-01-2022

Uit steen

Mijn schim hangt stil boven ‘t pad

gesluierd, verstijfd van de kou

‘t hemelwoord heeft mij verraden.

 

Prometheus, oh, heilig verschaffer van vuur, 

was u dan slechts uit op verderf en gevecht?

waren de mensen van uw gift voorzien 

vanaf het begin als mislukking bestemd?

 

toen Jupiters furie de golven deed schuimen

de zee mij mijn leven waarachtig ontnam

vernam ik hoe stenen hun stijfheid verloren

de klei langzaam buigbaar en levendig werd.

 

gesteente in ‘t lijf van de aarde

fungeert nu als mensenvlees, ach

het noodlot geschiedt, ons vuur is verdronken

wie biedt mij toch troost in mijn eeuwig verdriet?

 

gehuld in het duister, vermoord en gehard

bestaat de mens angstig in eenzaamheid voort

mijn schim ziet de grenzen verschuiven

verschil tussen levend en dood.

Mona Thomasse