Sara woont in Rotterdam Zuid met haar ouders en haar broer van tweeëntwintig.

Ze draagt een hoofddoek, volgens haar ouders niet op de juiste manier met de juiste kleding. Dit jaar heeft ze eindexamen gedaan en ze wil tandheelkunde studeren in Amerika. Hier hebben haar ouders moeite mee.
Dagelijks discussiëren ze hierover maar ze moet zich op tijd aanmelden. Los van het geld vinden haar ouders dit gevaarlijk en onverantwoord, omdat zij niet in de buurt zullen zijn en niet weten wat zij doet. Haar vader denkt dat ze haar hoofddoek af zal doen zodat anderen haar zullen accepteren en zij zich meer zal thuis voelen.

Kort gezegd zijn ze dus bang dat ze de verkeerde kant zal opgaan. Dat heeft te maken met foute vrienden in het verleden. Ook haar broer zorgt ervoor dat haar ouders haar niet laten gaan en dat zij gewoon in Nederland gaat studeren.

Maar, twee maanden later.
Sara’s ouders laten haar toch gaan. Haar nicht Yasmina gaat mee en dat is vertrouwd.