Mijn hart is een ruiter in een zandstorm
Achter mij ligt het lawaai van een ingestorte stad
voor mij een wanende snelweg
Ik zelf ben een boogschutterkamp van woorden
mijn moeders haren waaien langs de horizon.
mijn moeders oren rusten langs de horizon
Papa slaapt snurkend op de zandheuvel
De zandstorm wentelt en wentelt
mijn hart galoppeert door het wentelen
tussen mij, moeder en vader is een haven.
Gisteren lagen we in het gras als gewassen
anderen dansten als priesteressen
draaiden tranceachtig om de kersenbomen.
Kersenbloesem dwarrelende langs hun schouders
daalde neer op de gezichten
in open monden van de lijken.
De hemel droeg de geur van mannenbloed en tijmhoning
en de bijen legde brieven ik de vulvaknoppen van de goudsbloemen.
Soldatenhoofden hingen aan de kersentakken.
Terwijl we in het gras vreeën
Cider dronken en ons lieten strelen
door de dode blikken van de tirannen.
Onze benen en borsten vochtig van cider
en kleverig van kersen en bessen
Onze zwaarden glommen als argumenten
Ik wil de hemels roze kleuren
met het bloed van mijn vijand
wat ik verloren heb
kruipt ‘s avonds in mijn tent
en dwingt me met het te slapen.
Het bloed van de mannen
hun schatten naast aan ons zij als kroost
Ik ben verkracht maar ik heb je dagboeken nog steeds
en ook je ketting mijn liefste.
en de tekening van je vagina die Kisandra heeft gemaakt.
Toen het gebeurde kolkten alle persona die ik was uiteen
Ik was bang een ander te worden
en dat jij me niet meer zou kunnen liefhebben.
Vochtige gangen ontsproten in mijn lichamen
en dubbelgangers die erdoor dwalen
Je schoonheid is de dood van hopeloosheid.
Je schoonheid is de dood van wanhoop
ik denk aan je blikken
en de reizen die ik maakte door je dijheidde,
Als ik het haal beloof me dan dat je mijn nieuwe strijdlittekens kust.
Samen zijn ze werkelijk een groot kunstwerk geworden
Het lijkt alsof ik
straat met berken op mijn arm en rug heb
mijn eerbare waterroos
Mijn hart is een geplunderde snoepwinkel
De ramen ingeslagen en bruine laminaten vloer
bedekt met glasscherven, honingdropjes
zuurstokken, bonbons, kauwgompjes,
chocoladetruffels, suikerspinnen,
Het licht schaaft langs de scherven
en de kleuren van de snoepjes
er ligt stof en zand op de snoepjes
Een kat drinkt zure melk uit oude kom
Buiten is het geluid van voetstappen vaders mannen
vrouwen en voetstappen van seizoenen
vage stemmen van voorbijgangers
(geïnspireerd op Liesbeth Lagemaat)