Een onbereikbaar doel
Begin winter, 32. Ik ben opgegroeid in een klaslokaal, nou, ik heb daar eigenlijk mijn hele leven in doorgebracht. Mijn naam is David en dit is een verhaal over ongelukkig zijn.
Mijn verhaal begint in het begin van de lente. Ik was een klein braaf jongetje, ongeveer 7 jaar oud, dat altijd deed wat hem gevraagd werd. Zoals ik al zei groeide ik op in een klaslokaal, maar ik was niet alleen. Ik was een van de vier leerlingen: Clair, Rachel en Jason. Clair was een verlegen warmhartig meisje, maar ze kon heel erg intimiderend zijn als ze boos werd. Rachel daarentegen was altijd blij en sociaal, maar vond zichzelf beter dan de rest. Als de enige jongens waren Jason en ik beste vrienden en waren we onafscheidelijk. Jason was in tegenstelling tot mij wat meer rebels en had ook vaak een argument met onze juf Marrica. Onze juf was altijd heel aardig tegen ons. Ze had een warme liefdevolle stem, maar er zat een zachte toon van medelijden in. Marrica, we mochten haar Marrica noemen, vertelde mij altijd dat ik mijn best moest doen bij het leren als ik later een gelukkig leven wil leiden. Mijn doel was dan ook voldoendes halen voor de toetsen die Marrica ons gaf. Dat zal mij geluk geven.
Het einde van de lente was in zicht, we waren nu ongeveer 14. Ik had ervoor gezorgd dat ik voor al mijn toetsen voldoendes had gehaald, maar gelukkig voelde ik mij niet echt. Jason en Rachel zagen er gelukkig uit, ze waren een stelletje geworden. Hierdoor moesten Clair en ik vaker samenwerken aan opdrachten. In de lente waren we allemaal aan elkaar gewend geraakt, we waren de beste vrienden geworden. Dit veranderde. Ik begon Clair steeds minder te zien als vriend. Ik voelde me ongemakkelijk bij haar in de buurt en ik kreeg een raar gevoel in mijn maag. Het was iets wat ik nog nooit gevoeld had. Toen ik het er met Jason over had, moest hij lachen en zei hij dat een nieuwe periode in mijn leven zou aanbreken. Toen we bij de volgende les het onderwerp liefde hadden behandeld, begon ik het te snappen. Wat mij gelukkig zal maken is liefde.
Zomer brak aan, we waren nu ongeveer 16. Ik vertelde Clair dat ik verliefd op haar was en in al mijn verbazing waren de gevoelens wederzijds. Ik was verbijsterd, omdat haar gedrag niet was veranderd zoals het mijne. Dit zou wel kunnen komen, omdat ze altijd al een beetje verlegen was. De eerste paar dagen waren geweldig, dit gevoel, het was alsof ik mijn doel in het leven gevonden had. Helaas ging dit gevoel al snel weg, ik kwam erachter dat Clair niet zo was als ik dacht dat ze was. Ze begon steeds meer van mij te vragen en minder te geven. Het maakte mij eigenlijk niet zoveel uit als ze maar van mij hield. Clair en ik groeiden steeds meer naar elkaar toe en onze relatie werd ook steeds sterker. Marrica was tevreden, de klas was vol vreugde. Ik zou willen dat dit voor altijd zo kon blijven. Dat zou geluk moeten zijn.
Zomer kwam aan zijn einde, we waren nu ongeveer 21. Van Marrica mochten we nu nieuwe dingen uitproberen zoals drank. Ik begon me steeds meer dingen af te vragen, want Marrica begon zich steeds slechter te voelen. Ik heb het nu niet over fysiek, maar mentaal. Ze had erge wallen gekregen en haar haar zat helemaal door de war. Tijdens de les begon ze te huilen en zich aan ons te verontschuldigen. We snapte niet waarom, want ze had helemaal niks misdaan. Ik begon me af te vragen waarom ze aan het huilen was. Was het omdat we het lokaal nooit mochten verlaten? Waarom we maar met vijf mensen waren? Waar zij naar toe ging aan het eind van de dag as ze ons achterliet? Deze vragen namen al mijn aandacht en hierdoor had ik geen tijd meer voor Clair. Clair voelde zich zo erg ondergewaardeerd dat ze me aan het eind van de maand de verliet. Dit brak mijn hart zo erg dat mijn nieuwe doel was om Clair zich zo erg te laten voelen dat ze wilde dat ze mij nooit verlaten had. Dat zal mij gelukkig maken.
De herfst was begonnen, we waren nu 23. Mijn plan werkte heel erg goed na een week wilde zij mij al terug, maar ik zag haar niet meer zitten. Ze was voor mij een hartbrekend monster geworden. Ik zag niet in dat het mijn fout was en bleef dus maar doorgaan. Ik heb haar de ergste dingen genoemd en dit deed haar heel veel pijn, omdat ze echt van mij hield. Jason, Rachel en Marrica zeiden tegen mij dat ik moest stoppen, maar ik wilde niet naar ze luisteren. Ik dacht dat ik mijn gebroken hart weer heel kon lijmen door het verdriet van degene die het gebroken heeft. Clair zei tegen mij dat ze dood zou gaan voor mij. “Doe dan”, zei ik toen ik haar een mes overhandigde. Mijn nieuwe doel is een tijdmachine maken zodat ik de liefde van mijn leven weer terug kon krijgen. Dat zal mij gelukkig maken.
Herfst eindigde, we waren nu 30. Jason en Rachel waren opeens verdwenen en ik was alleen met Marrica over gebleven. Marrica vroeg of ik antwoord wilde hebben op mijn vragen. Ik was extreem depressief geworden. Mijn lentelach was verdwenen net als de bladeren van de bomen. Marrica vertelde mij alles. Wij vieren waren proefkonijnen voor een levenslang experiment. Ze wilden weten of het beter was voor een kind om op te groeien in een klaslokaal zodat ze het beter zal doen in de samenleving. En als ze ervoor zorgen dat je niet kan kiezen van wie je houdt dat je nog steeds zou kiezen om van iemand te houden. Ze zei “Ook al ben je geslaagd voor elke toets die ik je gaf, je hebt helaas gefaald voor de enige die telde.” Dit is ook de reden dat je niet weg mag gaan zoals Jason en Rachel. Het enige wat je nu kan doen is een leraar worden voor de volgende proefkonijnen. Mijn nieuwe doel is inzien dat geluk onbereikbaar is.
Begin winter, 32. Ik ben David. Ik ben opgegroeid in een lokaal en heb mijn hele leven daarin doorbracht. Maar uiteindelijk heb ik nog steeds niet kunnen leren wat ik had moeten weten.