De vos
Een lege, oude boerderij met een kacheltje
Een winterochtend, buiten sneeuwt het
Naast mij snurkt een egeltje en knort een biggetje
Hé, wie ben jij, jij gekke vos
Ik schuif dichterbij terwijl jij verdwijnt
Ik raak je aan, nog net, je mooie oranje-witte vacht
Nu verdwijnen het biggetje en de egel ook
Er valt een dekentje over mij heen
Een dekentje met een vos erop
Eervolle vermelding
CSG Augustinus