“Hoe ziet mijn toekomst eruit?” is wat ik mezelf 
afvraag. Lopend langs een hal met deuren
Achter elke deur een herinnering. Goed of slecht
Een herinnering die ik nooit vergeet.
Ik zie een deur vol met licht. Ik open hem. Ik zie
kindergezichtjes, hoor gelach.
“Ben je gelukkig?” vraagt de een aan de ander.
Twee volwassenen is wat ik zag.
Samen een huis. Vol warmte en gezelligheid
loop ik ertussen zonder spijt
Na vergelijken met mijn verleden staat een ding vast.
Mijn kinderen verdienen beter dan ik het heb gehad
Ik loop de kamer uit. Doe zacht de deur dicht
Aan het einde van de gang zie ik een geel licht
“Hoe ziet mijn toekomst eruit?”