Waarom gedichten niet per se tijdloos hoeven te zijn

Lieve

Gewoonlijk als ik de krant lees blader ik altijd direct door naar de onderdelen die mij interesseren: de opiniestukken en de sudoku’s. Een tijd geleden stopte ik echter bij een gedicht, Grachtengordel Gedicht met duur eten van Tsead Bruinja. Hij schreef het gedicht als dichter des Vaderlands over de huidige corona crisis. Het stuk dat mij aangreep was:

(…)je geeft haar een knuffel een dunne kus op de wang
en begint meteen je te verontschuldigen
ze wuift het weg en zegt in een zijstraat van de jordaan
waar fietsen net wat te dicht op elkaar staan
ik denk dat ik weet wat je bedoelt (…)

Ik wist wat hij bedoelde, ik herkende het gevoel van per ongeluk een regel overtreden, het schuldgevoel en de verontschuldigingen. Dit gevoel is ondertussen even alledaags als het houden van anderhalve meter. Je vergeet soms bijna dat het nog maar iets meer dan een jaar geleden is dat dit ‘nieuwe normaal’ onze levens binnen kwam denderen.
Als ik datzelfde gedicht in april van 2020 had gelezen, toen de lockdown pas een paar weken bezig was, dan had het mij waarschijnlijk niets gedaan. Er was misschien een schamper ‘zo erg kan het ook weer niet zijn’ uitgekomen maar veel meer zal het niet geweest zijn.

In de toekomst zal dit gedicht misschien minder herkenbaar zijn. Ik had het echter ook niet veel later moeten lezen, omdat het juist de alledaagse confrontatie met dit gevoel is wat ervoor zorgde dat het gedicht zo aansloeg bij mij. Ik zie al voor me hoe leerlingen dit gedicht in de toekomst verplicht zullen moeten analyseren in de geschiedenisles omdat het een historische bron is geworden. Als zij het gedicht lezen, zullen ze nooit dezelfde emotie voelen als ik voelde toen ik het las.

Later las ik het gedicht Nee en ja van K. Michel tijdens de les Nederlands. Het is totaal anders dan het gedicht uit de krant. Waar Grachtengordel Gedicht met duur eten alleen in een extreem specifiek tijdspanne gelezen en zo gevoeld kan worden, kan Ja en nee door elk willekeurig persoon die ooit geleefd heeft en gaat leven begrepen worden. K. Michel schrijft:

(…)Een ruzie vraagt twee meningen
een kus vier lippen
een lichaam vijf liter bloed (…)

 

Hij schrijft over concepten die even oud als de mensheid zelf zijn. Ik vind het een interessant gedicht, de dingen waar hij het over heeft zijn ongelofelijk gewoon. Maar alsnog kan ik elke keer dat ik het lees er weer iets uithalen. Dit gedicht zal altijd van toepassing blijven, en ik twijfel er niet aan dat het nog decennialang gelezen zal worden.

Ik vraag me af: kan ik zeggen dat het één beter is dan het ander? Kan ik een waardeoordeel uitspreken over dit verschil? Als ik gedwongen zou worden, zou ik beide kanten namelijk kunnen verdedigen. Grachtengordel gedicht met duur eten is herkenbaar. De gevoelens die de schrijver schetst heb ik ook dagelijks. Daartegenover zou je de tijdloosheid van Nee en ja ook als een vereiste kunnen zien voor een goed gedicht. Als je een gedicht in een bundel wil kunnen plaatsen, kan je niet hebben dat het gedicht na een aantal jaar hopeloos verouderd is. In dat geval zou het gedicht van Tsead Bruinja geen schijn van kans maken tegenover Nee en ja.

Gelukkig word ik niet gedwongen dit debat te voeren. Het is net als het vergelijken van een documentaire en een romantische komedie. Het zijn allebei films, maar ze hebben volledig verschillende doeleinden en hebben dus ook andere effecten op je.
De gedichten zijn allebei ontzettend aangrijpend. Ze prikkelen allebei een deel in mijn hersenen, maar ze zijn alsnog totaal anders.
Deze variatie is ontzettend belangrijk. In de Nederlandse les lezen we meestal klassiekers. Het is ook verfrissend om een keer een heel actueel gedicht te lezen. Omdat er in het standaard programma vooral aandacht wordt gegeven aan die oudere gedichten, krijgt de gemiddelde leerling een scheef beeld van de Nederlandse poëzie.

K. Michel en Tsead Bruinja hadden totaal andere intenties met het schrijven van hun gedicht. K. Michel publiceerde Nee en ja in een dichtbundel die 20 jaar later nog steeds gelezen wordt. Grachtengordel Gedicht met duur eten werd daarentegen geschreven voor de krant en voldoet precies aan de eisen die bij zo’n gedicht horen. De krant wordt gelezen en er wordt over gepraat totdat de volgende krant op de mat ligt, en de publieke aandacht naar een ander onderwerp gaat.
Dat is alles waar een schrijver uiteindelijk om kan vragen. Dat mensen heel even stilstaan in hun drukke leven, om een klein stukje kunst te bewonderen.

- Lieve, 5VC Haags Montessori Lyceum