Poespas
Heb je wel eens gehad dat een lied, een tekst, een woord, een tekening of gedicht, je aanstaarde? Alsof iets waar je op dat moment van binnen naar op zoek was, je nu had gevonden.
Of misschien was je er wel helemaal niet naar op zoek maar overviel het je.
En paste het meteen als het goede puzzelstukje in een puzzel die 'jouw leven' heet.
Zo'n puzzelstukje kan ik heel goed vinden in sommige gedichten, zoals Verdriet van Toon Tellegen.
Ik lees een fragment:
Verdriet
Soms, een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op.
Dit gedicht kenmerkt zich door een dubbele emotie:
verdriet, maar uiteindelijk toch ook vreugde.
Het eindigt zo:
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen oude autobanden,
speelgoed, resten van vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
Het gedicht is zo geschreven dat je het jezelf al ritmisch voorleest.
Dit komt waarschijnlijk door de beeldspraak.
Metaforen komen veel voor, net als metonymia’s.
Het gedicht is luchtig, niet te veel poespas zoals extreem uitgebreide omschrijvingen of lange zinnen met tekst.
Perifrase en woordspeling zijn twee stijlfiguren die duidelijk naar voren komen in het gedicht Verdriet.
Het gedicht van Toon Tellegen bezit twee criteria voor een gedicht die voor mij een onderdeel moeten zijn van het puzzelstukje:
geestrijk en los. Geestrijk omdat ik daarachter een gedicht vind waarin je verbeelding spreekt. Oftewel: het vult je geest met rijkdom.
Rijkdom bestaande uit vele herinneringen of mooie gedachtes.
Het vult je geest met dat wat je even kwijt was, maar nu weer hebt gevonden.
Los vanwege het interpreteren.
Bij een los gedicht stel ik mij een gedicht voor dat door iedereen anders kan worden geïnterpreteerd.
Het gedicht is, en blijft, voor iedereen hetzelfde maar de manier waarop ernaar wordt gekeken en de manier waarop het voor mensen iets betekent is, en blijft, voor iedereen verschillend.
Maar soms vind ik het totaal verkeerde puzzelstukjes.
Dat was bijvoorbeeld het geval bij het het gedicht Geleidelijk van Dick Hillenius. Het gedicht is één grote metafoor, waardoor je na het lezen van het gedicht meer vragen hebt dan antwoorden.
Misschien zijn die vragen juist de bedoeling, maar voor mij is dit de manier waarop een gedicht onaantrekkelijk wordt gemaakt.
Te veel poespas van enorme omschrijvingen, amplificatie.
Dit gedicht zou ik zonder boodschap, vast en gesloten noemen.
Het roept geen herinnering op, geen emotie.
Het verkeerde puzzelstukje.
Ik lees dit gedicht van Dick Hillenius:
GELEIDELIJK
Geleidelijk
en onopgemerkt door de grenswachten
zijn woorden binnengekomen
waarin dood verscholen
geen tranen of grote gebaren
op een dag wakker worden en erkennen
een onontwijkbare eigenschap van leven
Dick Hillenius
Omdat emoties een belangrijke rol vervullen binnen de poëzie,
kom ik tot deze stelling:
Een dichter kent emoties het beste van alle schrijvers.
Anna Camps
Haags Montesori Lyceum, Den Haag