Op zoek naar de juiste plek
Op zoek naar de juiste plek
Ik speelde met mijn vrienden tot het donker was, ik kwam altijd terug naar huis met vuile kledij en soms met wonden op mijn knieën of elleboog. Mijn moeder begroette me met een frons die meteen een glimlach werd en ik kreeg een knuffel met een kusje op de wang.
Ik werd wakker uit deze droom door het geluid van de oorlog die op mijn deur klopte. Ik zag mijn jeugd voor me afbrokkelen, uit elkaar vallen. Je weet pas wat je hebt gehad als je het niet meer hebt. Anna Windig schrijft in haar gedicht Gemis:
Je weet pas wat je mist als het er niet meer is.
De negenjarige ik kon niets doen, hij kan niets doen.
In een oorlog zijn betekent dat je jezelf een graf moet graven en daar in wachten of vluchten.
In 2013 moest ik vluchten uit mijn huis, mijn stad, mijn land. Mijn huis was niet meer mijn thuis want het was niet meer veilig. Mijn vader was mijn held, hij kon me beschermen voor een storm regen maar ook van een met kogels. Ik keek altijd in zijn ogen op zoek naar hoop. De hoop raakte ik altijd kwijt tussen de tranen van mijn moeder.
Een ‘vluchteling’ genoemd worden was een ander verhaal dat mij eraan herinnerde dat ik geen land had.
Pas tien jaar later besefte ik wat Marieke Lucas Rijneveld zo treffend schrijft in Een krijgszuchtige tijd:
(…) dat we allemaal als
vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek,
naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik
Zij besluit met:
Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare
ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.
Abdalkarim - Atheneum Wispelberg