Jolien

Herbeginnen

Jarenlang wist ik niet wie ik was. Niet wetende wat te zeggen, te denken of te doen ging ik door het leven, dag na dag. Na een lange tijd zoeken vond ik eindelijk een routine, een routine waar ik me goed en veilig bij voelde. 

Ik leerde op verschillende vlakken nieuwe aspecten kennen, deze gaven me zekerheid en mettertijd ook een gevoel van vertrouwen. Ik leerde een bepaalde gedraging en mentaliteit hanteren. Ik ontwikkelde een visie op de maatschappij en kwam in aanraking met verschillende waarden en normen. Deze interpreteerde ik op mijn eigen manier en aan de hand daarvan, creëerde ik mijn eigen perspectief op de wereld en onze samenleving. 

Ik was ervan overtuigd dat ik wist wie ik was en wat ik wou. Er viel een druk van mijn schouders. Ik had tenslotte de stabiliteit waar ik al zo lang naar zocht, eindelijk gevonden.
Maar, zonder dat ik het wist, creëerde ik langzaamaan een angst voor het onbekende. Een angst om deze routine te doorbreken. Een angst om totaal iets nieuws uit te proberen, om mijn persoonlijkheid nog verder te ontplooien. 

Dit zorgde ervoor dat ik bepaalde activiteiten niet meer deed, en niet meer durfde te doen. Het terughoudende, afgeremde en belemmerende gevoel dat ik toen ervaarde, wordt naar mijn mening, perfect weerspiegeld in het gedicht Wat hij niet kent vindt van Marc Insingel. De regel vasthoudend aan de schone schijn van het vertrouwde is een ideale beschrijving van hoe ik door het leven ging. Ik zag alleen maar het “schone” van het vertrouwde ook al raakte ik dag na dag meer vervreemd van de wereld.

(…) Iets waarvoor je bang
bent is gevaarlijk.

Vasthoudend aan de schone
schijn van het vertrouwde

Wordt hij een wereld op zich.
Hij gaat er vreemd uitzien.

Toen ik inzag dat vasthouden aan deze routine me ervan weerhield om me verder te ontplooien, probeerde ik deze te doorbreken. In het begin verliep dit moeizaam, ik moest tenslotte een nieuwe mentaliteit ontwikkelen, maar na veel vallen en opstaan ging dit steeds beter. 

Het gedicht Evenwicht van Lidy van Marissing representeert perfect het gevoel dat ik toen ervaarde. Dit gedicht straalt hoofdzakelijk verwarring en vastberadenheid uit. 

ik val, ik val 
net niet, ik sta, ik sta mijn 
mannetje, ik hou toch 
stand, ik hou me 
goed, herstel (…)

Hoewel ze telkens valt, blijft ze opstaan en doorzetten. 
Uit mijn terughoudende routine stappen, verliep ook met zeer veel vallen en opstaan. Toch bleef ik doorzetten, omdat ik zo graag verder wou, bleef ik opstaan.
In dit gedicht wordt instabiliteit erg benadrukt, zo voelde deze periode merendeels ook aan voor mij.

In Wat hij niet kent vindt overheerst een negatief en eerder angstig gevoel. Tijdens het lezen van Evenwicht ervoer ik in het begin ook deze gevoelens.
Desondanks veranderde dat volledig naarmate het einde vorderde en kreeg ik toch eerder een hoopgevend gevoel. 
Het hoopgevende gevoel waaraan men moet blijven vasthouden om grenzen te doorbreken en verder te komen in het leven.

- Jolien, Einstein Atheneum