Als je een witte stenen blok wilt blijven, lees dit dan niet.

Maya

Uit David van Rutger Kopland:

Beelden werden niet gemaakt, ze moesten ’worden
bevrijd uit marmer’, alsof ze er al waren
altijd al,

(ergens, in een windstille juni, op een wit,
onbewoond eiland in een blauwgroene zee)

en inderdaad, hij vond een prachtige steen,
onder zijn huid een perfecte machine
van hersenen, spieren en hart


Als er iets is op deze aarde dat iedereen gemeenschappelijk heeft, is het dat we allemaal geboren zijn. Niet allemaal op dezelfde manier, wel met hetzelfde doel. Om iemand te worden, een eigen onafhankelijk persoon.
Misschien is dat wel dé zin van het leven.

We worden geboren als blokken marmer. Allemaal dezelfde blokken marmer. Even groot, even breed en even hoekig. Voor elke handeling hebben we iemand nodig. Liefst krijgen we daar ook nog liefde en affectie bovenop. Warmte slaagt erin het marmer te beginnen vormen.

Later worden we bevrijd uit het marmer. Sommigen zijn wat hoekiger, anderen scherper en nog anderen afgerond. Een eigen persoonlijkheid en wil laten hun eerste sporen na.

Van binnenuit vormen we onszelf. Een eigen karakter en zin om te leven. Zo zien we de wereld veranderen van hoekig naar rond. We willen het tegengestelde van onze geboorte. We willen ons allemaal onderscheiden van elkaar. Misschien is dat wel dé zin van het leven.

Net als David, het beeld van Michelangelo uit het gedicht van Rutger Kopland, willen we zo snel mogelijk ‘bevrijd’ worden. Liefst ver voor ons laatste levensjaar. Anders hebben we ons kapot gewerkt en niet genoten. De mentaliteit van de oer-Vlaming komt hierbij naar boven. Heel het leven hard werken en op het moment dat je met pensioen mag, gierig worden en de dood opwachten. Misschien is dat wel dé zin van het leven.

En of het allemaal de moeite waard was vragen velen zich af. Of ze de zin van het leven ontdekt hebben, daarvan zijn velen niet overtuigd.

In ‘de zin van het leven en zo’ schrijft de dichter L.Th.Lehmann:

Als aan de minimumeis:
onsterfelijkheid, eeuwige jeugd
zonder lichamelijke of geestelijke ongemakken
voldaan is,

zouden we er eens over kunnen praten
of het de moeite waard is
je ergens voor in te spannen.

Maar opnieuw hebben we een ding gemeenschappelijk als we sterven. We worden allemaal terug in dezelfde vorm gegoten. In een grote vierkanten kist of een kleine ijzeren urne.
En opnieuw hebben we dezelfde vorm waar we ons heel ons leven tegen verzetten.