Afzeggen zegt meer dan je misschien denkt…

Mael

Julian en ik hadden afgesproken. We hadden een afspraak. Twee uur s ’middags zou hij bij mij thuis zijn. Het is twee uur. Julian waar ben je? Vijf minuutjes te laat waarschijnlijk, maar ik heb geen appje van je gekregen. Kwart over twee. Waar blijf je? Ik app hem en hij zegt “oh sorry, helemaal vergeten…” Het is weer gebeurd. Alweer. Alweer! Hij heeft geen idee hoeveel impact dit op mij heeft. Ik schiet er meteen in, mijn onzekerheid. Keer op keer gaan afspraken die ik maak met mensen niet door. Zij zeggen af, ze vergeten het, of ze hebben op het laatste moment toch geen zin of tijd meer. Wat kan ik doen aan de onzekerheid die ik hierdoor krijg?

Ik barst uit in tranen en app mijn moeder. Ze zegt dat het niet aan mij ligt en dat iedereen die afzegt niet weet wat ze missen. Ik weet van mezelf dat ik een erg gevoelig persoon ben.

Ik kan mijn gevoelens kwijt in het schrijven en maken van muziek. Muziek is mijn uitlaat en mijn gevoelens zijn de brandstof. Het gedicht ‘Heb je dat weleens? van Rodaan Al Galidi omschrijft mijn gevoelens wanneer mensen, om wat voor reden dan ook, onze afspraak afzeggen. Dit gedicht doet me denken aan de songtekst die ik schreef op de dag dat Julian vergeten was dat we een afspraak hadden. Net als in mijn songtekst is de combinatie van woorden in dit gedicht doordacht.

Plots
valt het dak op je, en je gaat dood,
En als je erover wilt praten
Is het dak teruggeveerd van op je
Gebroken leven
En bouwt je angst boven jou

Het dak waar Rodaan Al Galidi het over heeft, is hetgeen dat mij drooghoudt. Mijn behoefte om die onzekerheid te voorkomen, door helemaal geen afspraken meer te maken, dat is het dak. Het dak dat voorkomt dat de regen aan tranen over mijn wangen en door de gangen stroomt. Ik zit op de grond van het nu dakloze huis, al mijn gevoelens ontsnappen. Ze vliegen eruit, net als een duif dat zijn nest verlaat. Het heeft iets moois, het bevrijdt me en ik zie de lucht. Diepe zucht… dat lucht op. Een wereld aan nieuwe kansen, mogelijkheden en kennissen is ineens zichtbaar geworden.

Ik leer van deze pijnlijke situaties om met mijn gevoelens om te gaan. Er is vrij weinig wat ik eraan kan doen. En dat is oké. Ik heb het losgelaten, ik ben de situatie niet onder controle. Ik kan praten over mijn gevoelens en denken over hoe dit mijn leven beïnvloedt. Ik kan troost en opluchting vinden in de woorden van anderen. Woorden zoals die van Babs Gons, in haar veelzeggende gedicht Doe het toch maar. Haar woorden geven mij hoop en inspiratie om door te blijven zetten en in mezelf te blijven geloven.

Om te strijden
Ook al is de verleiding soms groot
Om je stil te houden
Blijf het maar doen
Ook al ben je zo moe, zo ontmoedigd
Kom opdagen

Beide gedichten wekken allerlei gevoelens bij mij op. Gevoelens van troost, comfort, maar ook herkenning. Het verschil tussen de twee gedichten is dat Heb jij weleens het probleem beschrijft, de narigheid. En Doe het toch maar is juist ontzettend hoopvol en schetst oplossingen. Doe het toch maar geeft voorbeelden van manieren waarop je die problemen en narigheid kan laten bij wat het is, door het tóch maar te doen. Ik moet het ook ‘toch maar doen’. Ik moet blijven proberen. 

Ik moet door blijven gaan met het maken van afspraken met mensen, daardoor kan ik mijn onzekerheid overwinnen. En ik moet mijn moeder geloven wanneer ze zegt dat het niet aan mij ligt. Ik kan het. Toch?