Nina Ramcharan
Mijn liefde voor poëzie is ontstaan toen ik me besefte hoe poëzie ook een vorm van kunst is. Met poëzie lever ik mijn bijdrage aan de moderne kunst. Mijn gedichten betekenen dan, hopelijk, iets ook voor anderen dan alleen mijzelf. Ik begon al sinds dat ik klein was met schrijven, maar tijdens de middelbare school werd schrijven pas echt belangrijk voor mij. Mijn eisen aan een gedicht veranderde toen: eens simpele gedichten met vooral rijm veranderde in uitvoerige gedichten met meer beeldspraak. Toch kan ook nu een goed gedicht voor mij van alles betekenen, en is het overal te vinden. Bij het schrijven van poëzie streef ik er eigenlijk altijd naar om het oorspronkelijk idee die ik eerst had voor het gedicht, tijdens het schrijven toch te veranderen of te overtreffen. Ik vind het leuk te zien hoe dingen onverwacht of onbedoeld heel anders kunnen lopen.
Ik lees graag om mezelf te inspireren en kan overal wel van genieten. Denk aan luchtige en dromerige gedichten of ook treurige verhalen. Een boek wat ik laatst heel snel uit had, was 'De jongen, de mol, de vos en het paard (The Boy, the Mole, the Fox and the Horse, van Charlie Mackesy) vertaald door Arthur Japin. Het verhaal en de karakters zijn heel interessant en zeer poëtisch vertaald.