foto jongerenjury

Grote Poëzieprijs Jongerenjury

Voor de Grote Poëzieprijs kwamen jongeren uit Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen tussen 15 en 25 jaar bijeen. Zij maken deel uit van de Poëzie Community  van School der Poëzie en zijn echte poëzieliefhebbers.

Ze lazen werk van de dichters van de longlist van de vakjury van de Grote Prijs. Deze jury bestaat uit de dichters Joost Baars en Maud Vanhauwaert, documentairemaker Cindy Kerseborn, professor Yra van Dijk en schrijver Adriaan van Dis. Tijdens drie verschillende bijeenkomsten bespraken de jongeren hun favoriete dichters.

De grootste indruk maakte de bundel 'Ze gaan er met je neus vandoor' van Ted van Lieshout. Hij ontving 8 punten. "Deze dichter is ook kunstenaar. De manier waarop de inhoud samenvalt met de vorm is origineel en verrassend. Hij is creatief en laat de lezer op een heel nieuwe manier kijken naar het alfabet. Hij  schrijft ook  over zijn eigen schrijverschap maar op een bijzondere en mooie manier." "Iedereen kan een verhaal vertellen maar hoe (be)grijpbaar kun je het maken?" 

Dichter Jonathan Griffioen met 'Gedichten met een mazda 626' maakte op een aantal leden van de jongerenjury een diepe indruk. Zijn verhaal over een jongen die de diagnose ppd-nos krijgt, biedt veel herkenning. Hij schrijft met veel humor en vaart, ontroert en raakt de lezers van de jongerenjury. "Hij beschrijft letterlijk wat er gebeurt. Het boek is heel persoonlijk en interessant over iemand die niet weet wat hij met zichzelf aan moet." "Ik  herken alles. Het is heel moeilijk om op te schrijven hoe je denkt dat iemand zich voelt die deze diagnose heeft. Er is niets sarcastisch of ironisch."

Ook over Dean Bowen, 'Bokman', wordt intensief gesproken. Deze bundel gaat over identiteit, over hoe de schrijver zich verhoudt met de politiek en de geschiedenis om hem heen. "Ik ben uit een verhaal van geboren mensen geboren." - schrijft Dean Bowen. "Hij beschrijft zichzelf maar als je het over jezelf hebt, heb je het ook over onze gezamenlijke geschiedenis." "De society kan breken als mensen niet gelijk behandeld worden." Zijn vergelijkingen zijn zo geschreven dat je ze kunt begrijpen. Ook zijn stijl, het weglaten van werkwoorden en andere woorden spreekt aan. "Dit is een dichter die veel van zich zelf laat zien. Elke regel begint met 'Ik'. Sommige dingen zijn heel letterlijk, hard, fysiek. Hij schrijft over racisme en zijn eigen ervaringen met racisme. Er zijn nog niet veel gedichten over dit soort onderwerpen."

Maria Barnas met 'Nachtboot' is door verschillende jongeren uitgekozen. "Ze heeft een traditionele vorm. In het gedicht  'Momenten' probeert ze veel te vangen en laat je nadenken over iets. Het heeft iets vertederends om een gedicht te schrijven over het moment van wakker worden." "De werkelijkheid en gedachten over de werkelijkheid kunnen in de meest simpele gedichten aansluiten bij de werkelijkheid. Ik wil van de poëzie een mindblow. Ik verwachtte iets filosofisch."
"Er zijn veel gedichten over schepen in het donker maar zij maakt het heel persoonlijk en boeiend." "Het beeld van het rolletje plakband in 'Momenten' sprak me aan, evenals de tijd die zich stervormig uitstrekt. Gewoonlijk wordt de tijd chronologisch gezien, nu heeft ze meer bereik. De walvis en plastic lijkt op milieuproblematiek te wijzen." "Tijd is heel erg abstract, verzonnen door de mens. Ik vind het mooi als men er zo op ingaat. Dit gedicht stelt een vraag, en dat is mooi en ook wel een taak van de poëzie."

Simone Atanga  Bekono met 'Hoe de eerste vonken zichtbaar waren'  sprak de jongerenjury aan. "Fris". 
"Ze gebruikt beelden die je nog niet kent. Als lezer kun je je eigen beeld maken. Ze is veel dubbelzinniger dan Dean Bowen. Je kunt het vaker lezen en het is niet moeilijk om er in te komen. Het gekozen gedicht (V) gaat over de liefde tussen twee mensen maar vooral over de liefde voor woorden. Ik vond 'Ik  ben al 25 jaar zonder verliefd te worden de lente ingegaan' een hele spannende regel. 
"Het sprak me aan dat het een raamvertelling binnen een gedicht was. Ik was aangenaam verrast dat er van perspectief werd gewisseld. Het beeld van de chimpansee is heel sprekend." "Het verwijst veel naar explosies, the big bang, en de chimpansee was het begin van de mens."  "Zij mag door, want het is heel origineel. Hoe zij over liefde spreekt vind ik heel mooi."

Ook Xavier Roelens met 'Onze kinderjaren' weet veel jongeren te raken. Hij bewerkte tal van verhalen van mensen over hun kindertijd tot bijzondere poëzievertellingen.
"Ik vind het fascinerend dat hij mensen ziet en beschrijft als versies van zichzelf. Het voelt als proza maar het is poëzie. Ik vind zijn concept heel interessant zoals hij nagedacht  heeft over de vorm."

Ook Radna Fabias met 'Habitus' werd een aantal keren gekozen. "De eerste keer begreep ik haar werk niet zo goed maar ik vond het wel aangrijpend. Ze schrijft aan de hand van concrete dingen." "Er klinkt wanhoop en bitterheid uit, ze wil zich niet voortplanten (gedicht epiloog) uit respect voor haar moeder wil ze de bloedlijn van haar vader niet voortzetten. Het klinkt alsof ze het huilend zegt."
"Ik vond de regel 'mijn moeder breng ik terug naar het barre land' heel ontroerend. Zij is verdrietig maar ook trots."
"Wat wel leuk is dat ze specerijen vergelijkt met de mens. Onze identiteit is weinig uniek omdat het weinig uit onszelf komt, maar bijvoorbeeld uit sociale media. De 'extractiewaarde' waar Fabias het over heeft, wordt dan heel laag. "Ik denk dat je hier een nachtje op moet slapen, dat er veel wordt gezegd."


Wouter Godijn met 'Niets = iets'  fascineert een aantal jongeren om zijn gedurfde stijl. "Klakkeloos vertelt hij een aantal dingen waarvan je niet weet waarom hij ze zegt." "Het roept vraagtekens op in jouw hoofd." "Het wordt mysterieus. Je begrijpt wat er staat maar ook weer niet omdat je niet weet wat zich in zijn hoofd afspeelt en wat hij denkt." "Het is mooi hoe Godijn schrijft. Het lijkt of hij van de hak op de tak springt en je ziet de beelden snel voor je maar er is tijd nodig om zo'n tekst zo gedetailleerd te schrijven."

Jos van Daanen met 'De schoonspringer' beschrijft in de derde persoon een hoofdpersoon die op het punt staat van een 23 verdiepingen hoge flat te springen.
"De dood is altijd zeker. Ik vind het mooi geschreven en ik kon het volgen."
"Dit is heel anders dan al de andere gedichten. Dit is een gedicht over de dood. Het is losjes, simpel geschreven. Hij staat naakt in de nacht, maar er is publiek en hij wil goed springen en mooi springen. Het is een laatste acte en hij wil iets interessants maken van zijn laatste moment. Springen is ook een groteske manier om nog een adrenaline boost mee te maken."

Uit de gesprekken met de jongerenjury komt een longlist voort die bestaat uit:

  • Ze gaan er met je neus vandoor -  Ted van Lieshout -  Leopold
  • Gedichten met een mazda 626 - Jonathan Griffioen - Lebowski
  • Nachtboot - Maria Barnas - Van Oorschot
  • Bokman - Dean Bowen - Uitgeverij Jurgen Maas
  • Hoe de eerste vonken zichtbaar waren - Simone Atangana Bekono - Wintertuin Uitgeverij/Lebowski
  • Habitus - Radna Fabias - De Arbeiderspers
  • Onze kinderjaren - Xavier Roelens -  Atlas Contact
  • Niets = iets - Wouter Godijn -  Atlas Contact
  •  De schoonspringer - Jos van Daanen - Uitgeverij In de Knipscheer

"Als ik begin te lezen, kijk ik niet naar dichtvormen. Kunst is iets wat voor iedereen anders is. Als je altijd dezelfde structuur hebt, zijn er geen veranderingen. Ik kijk niet naar de vorm, maar naar de inhoud."

"Ik kijk ook voornamelijk naar inhoud, maar ook naar of een dichter heeft geëxperimenteerd. Originaliteit speelt wel een rol. En er moet een klik zijn bij de relatie tussen dichter en lezer, een mini-relatie."
In de komende periode legt School der Poëzie ook een keuze uit het werk van de genomineerde dichters voor aan jongeren uit derde klassen van het voortgezet onderwijs. Gedichten worden gelezen en besproken en jongeren schrijven zelf gedichten geïnspireerd door het werk van de genomineerde dichters.
Ook deze jongeren kiezen hun favoriete dichter. Tijdens de uitreiking van de Grote Poëzieprijs zal ook een aparte prijs namens de jongeren worden uitgereikt.