1e prijs ebba
GEWELDIGE, ONVERGETELIJKE REGELS

Winnaars & juryrapport Kasteeljuweel!

Muiden, dinsdag 13 december 2016.

Het Muiderslot doemt glorieus op in de mist en in de Ridderzaal van het slot branden de kaarsen in de kroonluchters. P.C. Hooft, Tesselschade, Vondel, Huygens en andere zeventiende-eeuwse dichters luisteren vanuit hun schilderijlijsten naar de gedichten van zo’n dertig tweedeklassers van het Comenius College uit Hilversum. 

11 Klassen, ruim 300 jongeren, kwamen naar het Muiderslot, kregen daar een rondleiding en bezochten de tentoonstelling ‘Van Muiderslot tot Bommelstein’.

Poëziedocent Jacques Brooijmans begeesterde de scholieren met titels en zegswijzen uit de Bommelboeken van Marten Toonder in combinatie met regels en gedichten van Hooft.  In 2016 is het jaarthema op het Muiderslot ‘wonen in de Middeleeuwen’ en het kasteel van Ollie B. Bommel past daar goed bij. Toonder tekende voor de goede heer met zijn jonge vriend Tom Poes een kasteel met Middeleeuwse trekken. De torens doen zelfs aan het Muiderslot denken. En zo schreven de jongeren gedichten met het Muiderslot, de werkkamer van Hooft, de kapelaanskamer, de slotkapel, het schrijvershuisje, de bron, de pompoen en het beeld van Tesseltje in de tuinen als bron van inspiratie.

Dichter Jos van Hest presenteerde met verve het programma en sprak met de jonge dichters over hun mooiste regels en over eigenschappen van poëzie.

Zo begon Robin haar gedicht met de zin ‘Gedichten beginnen met ideeën’ en vertelde Ebba dat ze, als ze zich verveelt, een gedicht gaat schrijven: “Alles wat ik schrijf snap ik, maar ik kan het niet uitleggen” verklaarde ze. Samen met Jos van Hest presenteerde Indya de Jong in een ritmisch tweestemmig duet haar gedicht dat vol staat met geluiden en herhalingen als ‘drup drup drup’ en ’stap stap stap’.

Herhalingen zorgen er vaak voor dat een gedicht mooier gaat klinken. De scholieren hadden op school het voordragen geoefend en ook nog een extra voordrachtstraining gekregen op het Muiderslot, voorafgaand aan hun optreden, en dat was te horen.

Zelden is er tijdens Kasteeljuweel zo rustig en overtuigend voorgelezen. De jongeren vertelden aan Jos van Hest over het tot stand komen van hun gedichten. Zo vond Bart het woord ‘ontwerper’  mooier staan dan ‘uitvinder’ en vertelde David dat hij per ongeluk bepaalde regels in hoofdletters had geschreven en het mooi vond en daarom zo had gelaten. Robert verwerkte het woord ‘bedocht’ van Hooft in zijn gedicht omdat hij vond dat het woord goed klonk en Eva schreef over kantelen en de schone zonne. Kim houdt van korte regels en wilde dat haar gedicht goed over zou komen. Jacqueline schreef over de klankkleur van de liefde en las erg mooi voor. Vol haat kun je zo’n gedicht niet schrijven zei de presentator.

Er klonken geweldige, onvergetelijke regels: 

‘Ik wist niet dat als ik ècht iets wilde het ook kon’ (Rosalie). 
‘Boven je hangt een hemel met ’s werelds licht’ (Santje). 
‘Wees zo creatief als een aap in de natuur’ (Kik). 
‘Hoor je de regen in het maanlicht?’ (Mijntje). 
‘Maar dan ontmoet ik mijn grootste angst: mes, het glanzende, lachende mes’ (Louise).
‘In de tuin van de tijd is de tijd van de tuin’ (Chris). 
‘Verlangen brandt een gat in mijn japon, richting mijn hart’ (Charlotte). 
‘Als de bomen leger worden’ (Tex). 
‘De loeiende koeien om je heen als de vloeibaarste dichters’ (Nova). 
‘Wees zo actief als een rendier’ (Boris).
‘Ze heeft een bebloemde ziel van rood’ (Emmy). 

De jury bestond uit dichter Mathijs Gomperts, Marloes Verheijen, collectie, medewerker Muiderslot en Ilonka Verdurmen, artistiek leider School der Poëzie.

Uit deze grote hoeveelheid prachtige gedichten mocht de jury drie winnaars kiezen. Maar gelukkig waren er ook nog drie publieksprijzen. Er waren 285 stemmen uitgebracht.

De derde Publieksprijs was voor Bram Voorbach uit klas 2A2 (83 stemmen)

Vliegen in de hemel

Vogels pikken in het gras
Wormen kruipen door pompoenen

in de verborgen tuin
De dromen fladderen als vogels door de lucht
Mijn jonge vriend snuift de lucht

van bloemen op
Als de bladeren vallen, begint het te schemeren
’s Nachts is het eng in het slot
De dromen vluchten naar binnen
Nachtmerries zweven buiten rond
Het is ochtend en de vriend gaat naar buiten
Hij verjaagt de nachtmerries en laat zijn dromen vrij

Bram Voorbach
Bron: pompoen
Derde Publieksprijs

De tweede Publieksprijs was voor Yucca Nijen Twilhaar uit klas 2MH3 (91 stemmen)

Stille woorden

De zachte wind waait door de tuin
en laat de bladeren dansen
de bloemen om haar heen geven haar sokkel kleur
in gedachten verzonken leest zij in haar boekje
de wind fluistert haar woorden in
woorden die alleen voor haar bestemd zijn
onopvallend maar toch groots op haar eigen manier
haar lange jurk die een enorme geschiedenis verbergt
kleine details maken het plaatje af
zoals een kleine mus die op haar schouder landt
zich niet bewust van haar gedachtes
geduldig dat zij daar staat
luisterend naar de stille woorden
de stille woorden van de wind

Bron: Tesseltje
Yucca Nijen Twilhaar
Tweede Publieksprijs

De eerste Publieksprijs was voor Kim Asmus uit klas 2MH1 (111 stemmen).

De betoverende sterrennacht

Koud, wit, marmer
scherpe, donkere realiteit
het bliksemt
het stormt in haar hoofd
ogen sluiten
het sterrenlicht waakt
Rust.

Stilte.

Betoverende dromen

zwerven
dansen rond

Dromen spelen, in de slotkapel

warme, witte wolken
vrije luchtige dromen
dromen die haar weghouden

weghouden van de realiteit

Bron: slotkapel
Kim Asmus
Eerste Publieksprijs

Het gedicht dat de jury het meest ontroerde omdat het zo persoonlijk was en ook door de verrassende wending op het eind is geschreven door Ebba Kesseler uit 2MH2 

Het was winter
ik liep door een leeg grasveld

zonder struiken met takken

ik was alleen

Maar er was nog iemand
het was mijn vader

Ik keek hem aan

Hij keek mij aan
Door de weerspiegeling van de maan

zag ik toch dat ik alleen  was
Mijn vader veranderde in een bron met water

Dat water heb ik tot de dag van vandaag

bewaard

Bron: Bron
Ebba Kesseler
Eerste Prijs

David Neidig (2A1) overtuigde de jury met zijn goede voordracht en de sterke compositie van zijn gedicht met de verontrustende slotregel ‘ WAT JIJ ZEI DAT IK MOET ZIJN / BEN IK NU’. 

Mijn vriend

De wolkenvelden trekken langzaam open
DAN STA JIJ VOOR MIJ
JIJ VERTELT MIJ
HOE IK MOET DENKEN
HOE IK MOET LEVEN
WIE IK MOET ZIJN
Jij vertelt mij het oneindige over het leven
de wolken velden trekken langzaam open
DAN STA JIJ VOOR MIJ
WAT JIJ ZEI DAT IK MOET ZIJN
BEN IK NU

Bron: kapelaanskamer
David Neidig
Tweede Prijs

De derde Prijs was voor Oyunaa Kerssens uit 2HV3. Zij houdt niet van te lange regels en verraste de jury met haar filosofische slot ‘ bomen zwieren met hun takken / maar het zijn dezelfde bewegingen’. Haar gedicht is intrigerend, kort en bondig en speelt subtiel met het begrip ‘veranderen’.

 

Blijf even staan

kijk naar de lucht
ruik de sfeer

zie je het veranderen

of zie je het stilstaan
kijk naar de bomen

kijk naar het water

 

zie je het veranderen
of zie je het stil staan

het verandert niet
en het staat niet stil

bomen zwieren met hun takken
maar het zijn dezelfde bewegingen

Bron: werkkamer
Oyunaa Kerssens
Derde Prijs

De jury was blij dat álle deelnemers tot slot op het podium een erehaag vormden en een rode roos kregen voor hun indrukwekkende prestaties!

Ilonka Verdurmen, artistiek leider School der Poëzie
 

Kasteeljuweel is een poëzieproject van het Muiderslot en School der Poëzie.