door Jos van Hest Op maandag 10 november liep een duizendtal VMBO-ers uit het hele land over een rode loper het NEMO binnen. Het werd een spannende dag met verhalenvertellers, dichters, schrijvers, striptekenaars, filmers, acteurs en rappers. De dag was georganiseerd door Stichting Samenleving & Kunst Amsterdam (zie: www.stapopderodeloper.nl) in samenwerking met onder anderen School der Poëzie. Zo vertelde Mirjam Mous over haar boek ‘Boy 7’ waarvan de film in december in première gaat, sprak Khalid Boudou over zijn verfilmde boeken ‘Pizza Maffia’ en ‘Schnitzelparadijs’, las Bibi Dumont Tak voor uit ‘Wolfskwint’ en Özcan Akyol uit zijn autobiografische roman ‘Eus’. In de grote theaterzaal van het Nemo gaf ik die dag drie poëzieworkshops aan steeds 200 VMBO-leerlingen tegelijk. Dat zorgde voor een enerverende opeenvolging van momenten van geroezemoes, geconcentreerde stilte, opgewonden overleg, geroep, gelach en applaus. In een driftige snelkookpan van vraag en antwoord, actie en reactie, twijfel en durf schreef iedereen een gedicht. Aan het eind van elke workshop klommen leerlingen het toneel op om door de microfoon hun gedicht voor te lezen. Soms met een bibberend blaadje, soms met grote gebaren. Azis kreeg veel bijval met Op een geheime plek zoek ik naar het kind dat ik was het kind met een lach op een zondag het kind met een bal aan zijn voeten op het voetbalveld Naomi wilde eerst niet voorlezen, maar ze moest van haar vriendinnen en toen wou ze het toch: Op een winterdag maak ik ruzie met het vuur in mijn hart Ik doof het door sneeuw te eten Said die zijn gedicht eerst las en daarna ook nog eens zong, kreeg een daverend applaus. Achter het schuurtje zweef ik met jou naar een onbewoond eiland Krijgen we een kleine dus geef me je hart dan hou ik het bij me fotograaf: Jurgen Koopmanschap