Spannende finale Kasteeljuweel
Woensdag 15 juni was de spannende finale van Kasteeljuweel, het poëzieproject van het Muiderslot, in samenwerking met de School der Poëzie. Alle bijna veertig finalisten verdienden eigenlijk een prijs.
Hieronder het juryrapport door voorzitter en artistiek leider van School der Poëzie Ilonka Verdurmen, Kijk voor foto`s op onze Facebookpagina.
11 Klassen van het IVKO en het Montessori Lyceum Amsterdam en Scholengemeenschap Reigersbos uit Amsterdam en het Casparus College uit Weesp namen deel aan Kasteeljuweel 2016. Alle klassen kregen een rondleiding en poëzieworkshop van School der Poëzie-docent Jacques Brooijmans.
Bron van inspiratie was het Muiderslot zelf en de expositie rondom het thema van 2016, ‘Wonen in de Middeleeuwen’ , waarin ook Heer Bommel uit de strip van Marten Toonder een belangrijke rol speelt. De scholieren mochten daarnaast kiezen voor beelden uit de vaste collectie van het Muiderslot als ‘De Bron’ van Sjoerd Buisman en Tesseltje van Gerarda Rueter.
In de schrijfopdrachten zijn regels van zowel Marten Toonder als P.C. Hooft gebruikt. Opvallend was dat veel jongeren zin hadden om uitdrukkingen als ‘marren’ en ‘fellijk’ te gebruiken in hun poëzie maar ook sporen van het Toonderiaanse taalgebruik
waren terug te vinden in de gedichten.
De jury bestond uit:
Diana Ozon, dichter en poëziedocent
Henrieke Heykamp, stagiaire Muiderslot
Ilonka Verdurmen, artistiek leider School der Poëzie
Uit iedere klas waren vier of vijf gedichten gekozen en deze winnaars van de eerste ronde zijn uitgenodigd om hun gedicht te presenteren op woensdag 15 juni 2016 in de Ridderzaal van het Muiderslot.
Presentator en dichter Jos van Hest zweepte de deelnemers op en stelde intrigerende vragen die een verrassend en boeiend inzicht gaven in de gedachten en ervaringen van de jonge deelnemers over hun gedicht en hun ervaringen tijdens de workshop, maar vooral ook over poëzie.
Zo zei Indy dat ze ‘In die stilte ontstond het allemaal’ haar mooiste regel vond en zo was ook haar gedicht ontstaan. Rosa verklaarde dat ze een beetje had rondgelopen en inspiratie had opgedaan op het slot. Isa wist meteen dat ze over de put wilde schrijven en noemde haar gedicht ‘Verdwijnput’.
Op de vraag hoe ze haar gedicht had geschreven zei Leia meteen ‘op papier’ en Britt schreef de schitterende regel ‘Ik ben al duizenden jaren oud maar mijn ziel is nog altijd veertien’.
Er waren regels waarvan de dichters zelf niet konden uitleggen wat ze betekenden en regels waarvan de dichters nooit hadden gedacht dat ze deze zouden hebben kunnen verzinnen.
Poëzie hoef je niet altijd te snappen – zei Jos van Hest - en poëzie is van en voor iedereen. 10 Klassen waren brugklassen en 1 klas was een vierde klas. Maar dat gaf niets. Soms was een gedicht troosteloos zoals het gedicht van Hannah over een kunstenaar die troosteloosheid wil schilderen en dan een vogel hoort fluiten en denkt ‘het komt hier tot leven’ maar de vogel gaat dood.
Saul leest weleens gedichten en het maakt hem niet uit of ze door een jongen of een meisje zijn geschreven. In zijn gedicht zegt een dame tegen een lakei: Kom we gaan reizen naar de wijsheid van geluk. Ook humor was in de gedichten aanwezig en aan zelfvertrouwen ontbrak het de dichters evenmin: ‘Ik heb altijd
ideeën’. Maar je moet eerst puzzelen - zei Jason - en dan kom je op de zin. Of je schrijft eerst heel veel op en dan schrappen en schrappen: Weg,weg,weg, weg zei Isabeau.
Sommige regels gaan ook over de dichter zelf: zo diep als een
oceaan / zo ondiep als een waterplas - schreef Sarah. Remy beschrijft het verschil tussen ‘hebben’ en ‘willen’ en eindigt met de regel ‘maar verder dan willen komt hij niet / hij moet eerst weten wat’.
Armin is trots op zijn zelfverzonnen regel ‘ Het wijze windje wispelt zacht’. Het woord ‘sluimerblind’ was bij vele dichters geliefd. Het viel de jury zwaar uit deze rijke oogst te kiezen. Maar gelukkig was er ook een publieksjury. 566 Stemmen waren uitgebracht via de facebookpagina.
De winnaars zijn:
1e Publieksprijs (80 stemmen)
Manar Issa, Reigersbos, Amsterdam
Een gouden straal schijnt mij tegemoet
dringt door tot mij
Het besef van dit parelschone leven
dat mij is geschonken
De gevederde vrienden zingen het uit
Geluk is wat ik heb
Vreugde wat ik ben
Ik kan dromen van een prinsessenleven
maar dat geen nut heeft zonder mijn geliefden
ik ben dankbaar
dankbaar voor dit leven
geluk is wat ik heb
vreugde wat ik ben
Bron: Werkkamer P.C. Hooft
2e Publieksprijs (78 stemmen)
Isabeau Smidt, Montessori Lyceum Amsterdam:
op een zwoele zomeravond
in mijn vredige tuin
voel ik fluweelzachte schelpen
tussen mijn tenen
de zoete vruchten
de fleurige bloemen
de bron van vernieuwing
de bron van hoop
zoveel verlangens in mijn hoofd
vele ideeën ongeschreven
als ik nu mijn ogen open
zie ik alleen een open veld
en een bouwplan in mijn hoofd
diep van binnen voel ik liefde opbloeien
als rode vruchten in mijn tuin
Bron: De Bron (Sjoerd Buisman)
3e Publieksprijs (50 stemmen)
Lars Jongbloed, Montessori Lyceum Amsterdam
Op een zachte zonnige middag
Overal groene bomen rond mijn kasteel
net fris in de bloei
De torens op de achterste hoeken glinsteren in de zon
het lijkt erop dat de zomer aantreedt
Ook het water straalt en glinstert
en ziet ook groen
Een fantasie zult u denken. En dat lijkt het ook.
Maar nee, het is heus en zeker...
De zinnen die hier staan,
zijn niet vanzelf gekomen
Bron: De Werkkamer van P.C. Hooft
En dan nu de keuze van de jury:
1e Juryprijs – Gerjah Stoel, IVKO, Amsterdam, A3
Na een roestig bestaan
oud en versleten
gehaat en geliefd
bezocht en vermeden
word ik verlaten
Geen zielen om mij heen
geen hart om te geven.
Is die oude tijd
dan echt geschiedenis?
Ik brokkel langzaam af,
maanden worden jaren
jaren worden eeuwen.
Terwijl de tijd verstrijkt
zie ik alles anders worden.
Er komen weer gedaantes om mijn laatste stenen heen
Een nieuwe toekomst, nieuw en fris,
jong en krachtig
en toch schuil ik in haar.
Bron: De Werkkamer van P.C. Hooft
De jury heeft grote waardering voor de ingeleefde en geconcentreerde manier waarop Gerjah over de werkkamer heeft geschreven. Gerjah heeft het verstrijken van de tijd - dat zo verbonden is aan het Middeleeuwse Muiderslot - overtuigend
onder woorden gebracht en in haar gedicht en oud en nieuw met elkaar verbonden in de prachtige slotregel: ‘en toch schuil ik in haar’.
2e Juryprijs – Yara van Ginkel, Montessori Lyceum Amsterdam, 1t1
Ongetemd
Hier zit ik dan
op het groenste gras
tussen de zeer geliefde pruimenbomen
achter het droomkasteel
van pracht en praal
overgoten met kracht
ik als vrouw als dienstmeisje
zit hier ongeremd
mijn diep verborgen gevoelens
te beschrijven ongestoord en
ongetemd,
niemand zal het ooit
weten,
het zal vergaan, precies
waar deze pruimenbomen
staan
Bron: De Werkkamer van P.C. Hooft en de omgeving Kasteel
Yara heeft haar gedicht erg mooi voorgelezen en wist de sfeer
van het slot en de beroemde pruimenboomgaard daarmee goed over te brengen. Het thema van de vergankelijkheid in relatie tot
het schrijven en de ongetemde kracht van de vrouw, heeft de
jury geraakt. Het slot van het gedicht heeft een voorspellend en tegelijkertijd dubbelzinnig karakter dat intrigeert: ‘ het zal vergaan, precies / waar deze pruimenbomen / staan’. Er staan immers nog steeds pruimenbomen - door mensenhanden geplant - zoals ook
dit gedicht op de een of andere manier zal blijven voortbestaan.
3e Juryprijs – Boubker Janati Idrissi, Casparus College, Weesp
Dromen
De wapperende wind door mijn haren
Jij daar bij het gewas
Ik word sluimerblind van jou
In een wolk van poëzie
In een wolk van wijsheid
De oorlog tussen ons blijkt liefde te zijn
Het is een droom
Die ik altijd zal blijven volgen
Met jouw ogen als parels
Maar ik zal in mijn droeve damp
worden begraven
Bron: De Werkkamer van P.C. Hooft
‘De oorlog tussen ons blijkt liefde te zijn’ vond de jury een bijzonder geslaagde regel. Het gedicht heeft een hartstochtelijk en romantisch karakter. Het heeft ritme, alliteratie en herhaling. De dichter wordt ‘sluimerblind’ van zijn geliefde en zal zijn droom
altijd blijven volgen. De woordkeus is een verrassende combinatie van oude en eigentijdse woorden die op een overtuigende manier met elkaar zijn gecombineerd. ‘Jij daar bij het gewas / Ik word sluimerblind van jou’.