Poëzieontbijt op het Comeniuscollege Hilversum
Op Gedichtendag toog onze poëziedocent Jacques Brooijmans naar het Comeniuscollege in Hilversum om brugklassers te trakteren op een poëzieontbijt. Dichten en ontbijten blijken goed samen te gaan! Vooral als je er de tijd voor neemt. In Hilversum kregen de leerlingen er twee uur voor. Genoeg om de smaak te pakken te krijgen. Veel variatie, zowel bij het ontbijt als bij de poëzie. En overal plezier. Jacques Brooijmans blikt hieronder terug op een geslaagde en smakelijke workshop:
Nationale gedichtendag, 25 januari 2018. Tien brugklassen aan het poëzieontbijt op het Comeniuscollege in Hilversum. Twee uur lang ontbijten en schrijven tegelijk, een smakelijke combinatie. Elke klas in een eigen lokaal, de leerlingen hebben zelf allemaal broodjes meegenomen.
Aan mij de vraag om de klassen langs te gaan, te stimuleren en tips te geven. Heel wat anders dan een les of een workshop verzorgen. Een gezamenlijke aftrap in de aula kan niet doorgaan aangezien daar luistertoetsen of iets vergelijkbaars worden gehouden. Dat is jammer, ik kan niet op tien plaatsen tegelijk zijn. Hoe pak ik dit aan? Ik bereid van alles voor, ook een opdrachtvel voor alle docenten maar dat hoef ik uiteindelijk niet te gebruiken. Iedereen kan terecht bij een presentatie via het digibord.
Zelf kom ik uit op een stevige basis van een stuk of vijf relatief korte gedichten. Soms maak ik daar theaterscènes van en ik kan er veel tips aan ophangen. Tips over regelindeling, wel of geen rijm, vrijheid en vormvastheid, woordgebruik, herhaling van woorden of regels, ritme, alliteratie.
(…) er valt geen/ (jij viel) / er valt geen woord/ (….)/ lag je stil/ onder de zon
En
Boosheid is een stof, is een stof, is een stof, (…) is een kreukelige, kronkelige, kriebelige stof (…)
Of
Ik heb tanden, ik heb schoenen/(…) ik heb een tramkaart/ (…) miljoenen mensen in mijn ogen (…)
In actie –reactie met de brugklassers. Al doende krijgt de presentatie een vorm. Er blijkt altijd weer meer te kunnen dan je denkt. En er blijkt ook wel wat niet te kunnen. Ik had me eerst voorgenomen om in twee rondes langs de klassen te gaan, om ze zo op twee momenten in het werkproces te treffen. Maar dat is te hoog gegrepen. Vaak verkassen zou ook veel tijd kosten. Nu kom ik uit op ruim tien minuten per groep, dat levert een werkbaar ritme. Deze aanpak kan ik voor mezelf aannemelijk maken door te denken: deze leerlingen hebben een plezierige ochtend met ontbijten en dichten. Een van de elementen is dat er even iemand langskomt, als een aparte impuls. En het doet er niet zo veel toe wanneer dat is. Wie aan het begin aan de beurt is kan direct met de tips aan de slag. En degenen aan het eind kunnen hun gedicht toetsen aan de nieuwe informatie. Anderen hebben misschien nog tijd er wat aan te veranderen.
Het belangrijkste is dat ze een paar uur op een gevarieerde en levendige manier met poëzie bezig zijn, een bodem leggen waar ze later op kunnen voortborduren.
Jacques Brooijmans