CULTUURSJOP in Leiden: Metaforen of hoe Dagobert Duck tussen de gouden munten zwemt
Elk jaar werkt de Openbare Bibliotheek in Leiden mee aan een kunst- en cultuurdag in Leiden. Scholieren trekken door de binnenstad op zoek naar de MacDonalds, de Stadsschouwburg en de Bibliotheek. School der Poëzie gaf twee workshops in de bibliotheek: Poëzie en Beeld en Strips & Poëzie & Twaiku. De eerste jongeren staan om 10 uur al te wachten en worden verdeeld over de verschillende workshopruimtes.
Poëziedocente Mieke Vermeulen heeft aantrekkelijke kunstwerken uitgestald, Jane Mooijland bereidt de workshop Stop en Motion voor en Ilonka Verdurmen heeft de bibliotheek geplunderd op zoek naar Donald Ducks, stripboeken van Suske en Wiske, Kuifje, Guust Flater en Asterix en Obelix. In de grote vergaarbakken staan heel veel strips maar naar deze klassiekers is het zoeken. Gelukkkig zijn er nog veel Donald Duckjes bij de tijdschriften op de afdeling Jeugd.
Leerlingen uit 3 vmbo van het Da Vinci College Lammenschans kiezen een vel gekleurd papier (wat is roze toch populair) en beginnen met het tekenen van een eigen stripfiguurtje waaraan ze een persoonlijke noot toevoegen, een accessoire, kledingstuk of hairdo. Binnen de kortste keren hebben allerlei stripfiguren een telefoon aan hun oor of in hun grijpgrage vingertjes.
Een jongen tekent kickbokshandschoenen en een meisje lange gekrulde haren. Vrijwel de hele groep kent Dagobert Duck en zijn onblusbare zucht naar gouden munten of herinnert zich de dikke Obelix die in een ketel met toverdrank is gevallen. Vervolgens tekenen de leerlingen spraakballonnetjes waarin ze een vraag formuleren van hun zelfontworpen personage. Dan volgen een reeks voorbereidende vragen over ergernissen, wensen, problemen en listen en tot slot schrijven de jongeren een niet-rijmend gedicht in de ik-vorm over hun stripfiguurtje. Daarbij ontstaan wonderlijke regels als ‘ Ik wou dat ik nooit leeg was’ of ‘ Ik wil een oplader in me’ of ‘ Het doel is kleiner dan ons doel’ en ‘ Een smoking met een eend op mijn shirt’. Emma Peter schreef een prachtig gedicht over perfectie:
PERFECT
Ik hou van rood, daarom heb ik een rode tas
Als ik rood aan heb vind ik mezelf geweldig
Ik ben mijn rode tas kwijt
Ik kon hem niet vinden daarom ben ik nu te laat
Ik wens om de mooiste van iedereen te zijn
Daarom moet ik een nieuwe rode tas kopen
Mijn rode tas is perfect
Mijn rode tas maakt mij perfect
Emma Peper, klas 3C
En zij wist haar gedicht ook samen te vatten in een twaiku (twitterbare haiku):
Ik ben mijn tas kwijt
Mijn rode tas was perfect
Ik wil een nieuwe
Natascha van Diemen koos een huis als hoofdpersoon en schreef:
NIEUW
Buiten in het bos met mijn witte puntdak
Mijn rieten puntdak
De scheuren in mijn muur
Het is gescheurd, het waait hard
Het scheurt nog harder
Ik streef naar een nieuw dak en nieuwe muren
Alles helemaal nieuw
Helemaal gesloopt worden en alles nieuw
Helemaal een nieuw huis
Met een machine
Alles gesloopt worden
Kelly van Hagen vertegenwoordigde ons allemaal met de regel:
‘Ik moet nog heel lang wachten voordat het zomer wordt.’
Ilonka Verdurmen, artistiek leider en poëziedocent van School der Poëzie.