In poëzie kan alles
Op een regenachtige dinsdagmiddag, op 14 november 2017, kwamen in het Muiderslot de beste jonge dichters uit 11 tweede klassen van het Comenius College in Hilversum, hun ouders en docenten bijeen in de Ridderzaal van het slot. De jury bestond uit Cécile Brvar, hoofd marketing Muiderslot,Tjitse Hofman, dichter en Ilonka Verdurmen, artistiek leider School der Poëzie. Presentator Jos van Hest introduceerde eerst Kasteelvrouwe Ida Schuurman, die vertelde over voordrachtsavonden die dichter, schrijver en Drost van Muiden (Bestuurder) Pieter Corneliszoon Hooft in de 17e eeuw op het slot organiseerde.
In diezelfde Ridderzaal werd geluisterd naar poëzievoordrachten en muziek en er werd daar lekker gegeten en gedronken. De schilderijen in de Ridderzaal getuigen daarvan. We zien Vondel aan tafel zitten, Maria Tesselschade in haar stralende gele japon, en een glimlachende Hooft en zijn vrienden.
Staande op een zeepkist presenteerden ruim 30 jonge dichters hun werk. Soms met veel zenuwen en soms door hun faalangst te overwinnen werd er met veel inzet en concentratie voorgelezen. Jos van Hest stelde de dichters vragen over hun gedichten en zo kwamen alle aanwezigen nog veel meer te weten over de bedoelingen van de dichters en over hun inspiratiebronnen.
“Het is niet echt leuk om te beginnen” zei Frederique van Selm maar ze is gelukkig creatief en schildert zelf. Schilder je gedachte schreef zij dan ook. Jané Hagen schreef over een mysterieuze ‘Zij’. “Ben je het zelf” vroeg Jos. Dat was niet zo zei Jané en haar mooiste woord vond ze ‘meermin’. “In die tijd waren er veel oorlogen” vertelde Bram Schipdam, “maar dat is nu ook nog zo”. Sommige dichters hebben heel ritmisch geschreven:
Tijdens het schilderen
dansen mijn gedachten
op het kraken van de planken
op het knisperen van het vuur
Milou Breebaart
Een hoogtepunt was dan ook het gedicht over ‘Stilte’ van Leonardo Cramay met het steeds terugkerende ‘Ping’ en de spannende beginregel ‘Meer stilte dan minder’ . Felien van Genderen schreef de raadselachtige zin ‘de geur van de vertrapte pruimen is als het veranderen naar een verliefde jongen’. “Ik snap het niet” zei Jos, “maar ik vind het hartstikke mooi”.
De dichters verplaatsten zich moeiteloos in andere tijden en leefden zich in in PC Hooft. “Hallo Dagboek” schreef Sebastian Wijman Romero alsof hij Hooft zelf was – zelf heeft hij geen dagboek, “maar dat is niet belangrijk”. Sommige jonge dichters durfden te experimenteren met bijzondere woordcombinaties als ‘het zwevende dorpscafé’ en de ‘gevallen boomgaard’ of het gebruik van woorden als ‘courage’ en ‘bloedvergiet’, ‘zenegroen’, ‘herfstdouw’, ‘windgeschreeuw’. Daarnaast waren er intrigerende uitspraken als ‘Liefde is dodelijk’ of ‘Deze wereld is gewoon te wonderlijk voor mij’, ‘Ik schrijf donker en mijn tekst kan oplichten.’
In sommige gedichten werden filosofische vragen gesteld: ‘Wat is liefde?’ en ‘Wat is verbinding?’.
Van Hest wees de jury voortdurend op schitterende regels en zette de jury zoveel mogelijk onder druk. Dichter Tjitse Hofman trad op met gedichten waarbij het zijn publiek op het verkeerde been wist te zetten met een gedicht over een appel (voor een paard) en zangerige liefdesgedichten over de ‘blozendste blote’ en originele woordspelingen ‘niet in het hele lal was er iemand die was zoals zij was’. Ook verraste hij zijn publiek met een lange definitie van ‘vlees’, gevonden in het woordenboek, een mooi voorbeeld van gevonden poëzie. Zelf was hij als kind enthousiast geraakt voor de poëzie door het versje:
Toen moeder aan de was was, zag zij twee vliegen vliegen. Er was ook een bij bij.
Daarna werden er in de Taveerne van het slot lekkere hapjes geserveerd aan het publiek en trok de jury zich terug in de keuken om hartverscheurend moeilijke beslissingen te nemen. Met vereende krachten hakte de jury de knopen door en
tekende de certificaten. Bij Kasteeljuweel winnen de dichters, net als in de originele Landjuwelen van Hooft, geld.
De prijsuitreiking begon met de Publieksprijzen. Er zijn 530 stemmen uitgebracht en de derde prijs, met 124 stemmen was voor:
Tragedie
Liefde is tragedie
Stralend was Isabella
De klok tikte een gat door de tijd
Isabella en Zerbijn lachten en huilden
Zerbijn wraakzuchtig als een stervende ridder
Zerbijns dood maakte overmoedig
Overmoedig als een sterk paard
De wil van Isabella werd haar dood
De kruiden waren overtuigender dan het leven
Ze ligt tijdloos op de grond
Liefde is dodelijk
Sam Demoed
2HV2
Bron: Slotkapel
3e Publieksprijs
De tweede Publieksprijs met 179 stemmen was voor:
Decor
Als een schrijver op zoek
Op zoek naar een decor
Een decor voor mijn fantasie
Mijn fantasie met haar
Zo zielsgelukkig
Als een rupsje naar een vlinder
Groot worden
En moed krijgen
Om samen met haar te dromen
Te dromen over ons decor
Het decor van onze fantasie
Emma Tunnissen
2HV2
Bron: Slotkapel
2e Publieksprijs
En de eerste prijs met 227 stemmen was voor:
Amsterdam
Amsterdam met haar schoonheid
Hoop en verdriet
De stad van verhalen
En bijzondere krachten
Ik ga de deur uit
Ik ruik de Amsterdamse gezelligheid
Ik hoor een dagelijkse symfonie van trams
En ik zie de ‘Echte Amsterdamse toeristen’
Zoekend als toeristen naar de Blauwe brug
Ben ik op zoek naar antwoorden
Wat is liefde?
Wat is verbinding?
De brug van verbinding
Verbind oud met nieuw
Verbind het bekende met het onbekende
Woorden, zinnen, verhalen
Ik ben wanhopig op zoek
Emmanuel Ampong Lucas
2HV1
Bron: Overloop
1e Publieksprijs
Daarna volgde de keuze van de jury.
De derde prijs was voor Jorik Bokelman uit 2A2. De jury was onder de indruk van zijn originele taalgebruik, de rijke vondsten en het sterke beeld van een geelgouden vogeltje dat geniet van de zongestreelde pruimpjes in tegenstelling tot de mensen die treuren, huilen, smeken en bidden en doden en moorden in ‘verschiet en bloedvergiet’.
De kleine pruimendief
Zweven, vliegen, dartelend en rustend
Trappen, schoppen, slaan en klieven
De geelgouden regenvink
Dartelend in een eenzame zonnestraal
De geelgouden regendief
Want door ruimte zongestreelde pruimpjes
kon geen geelgouden dartelvink weerstaan
Doden, moorden, slopen en breken
Overvloed lekkerbekje verwennen en strelen
Vrede en bloedvergiet een verschil om van te balen
Want bij het Muiderslot steekt verschiet en bloedvergiet: de winnaar
Dood breekt aan en graf verschijnt
Dood en moorden gebeurt tot moeder aardes spijt
Smullen genieten baren en baltsen
Treuren huilen smeken en bidden
De geelgouden regendief een pruimpje pikken van de gaard
Lekker smikkelen en doezelen lekker dood en macht totdat het jou geschiedt
Dan ben ik liever die geelgouden slimmerik
Jorik Bokelman
2A2
Bron: Pruimenboomgaard
3e Prijs
De tweede prijs werd toegekend aan Mielan Stomphorst vanwege zijn beeldende en indringende taalgebruik ‘Hij was alleen in zijn één / Voor altijd in zijn één’ en de onvergetelijke regel ‘Pijn die voelt als een aanrijding van de ziel’.
Pijn
Sommige pijntjes voel je niet
In de treurigste momenten voel je ze niet
Hij stootte zijn hoofd en voelde het niet
Want hij had liefdesverdriet
Hij wou niets vertellen
Maar je zag het aan hem
Hij zag een ander meisje
Maar zij wou hem niet
Hij was alleen in zijn één
Voor altijd in zijn één
Hij wilde zingen strijden en huilen
Maar dat lukte niet
Een rivier van pijn over hem heen
Pijn die voelt als een
aanrijding van de ziel
Mielan Stomphorst
2MH3
Bron: Werkkamer
2e Prijs
De jury wilde de eerste prijs toekennen aan een gedicht dat tijdens de presentatie twee keer werd voorgedragen omdat er bij de eerste keer wat regels waren weggevallen. De tweede keer werd het gedicht werkelijk prachtig en zeer intens voorgedragen en raakte recht in het hart. Het is een gedicht dat is gebaseerd op de geschiedenis van het Muiderslot, het verhaal over de dappere keukenmeid Marretje, met een opmerkelijke vergelijking, ‘Ik denk aan Marretje / die als een vogel / haar eigen keuzes maakte’ en het onnavolgbare filosofische ‘Ik denk / de vogels denken / denk ik’.
Ik denk aan de vogels
De vogels die buiten vliegen
De vogels die zo blij en vrij vliegen
Ik denk
de vogels denken
denk ik
Ik denk aan Marretje
die als een vogel
haar eigen keuzes maakte
Ik denk
Marretje dacht
Ik denk aan Marretje
Marretje dacht aan het Muiderslot
Ik denk aan de vogels
Ik denk aan Marretje
Marretje de dappere keukenmeid
Malou Weijerman
2G1
Bron: Werkkamer
1e Prijs
Na de overhandiging van de feestelijke prijzen, enveloppen versierd met witte en rode pennenveren, ontvingen alle dichters een zachtoranje roos met doornen en werd er druk gefotografeerd en was er een groot applaus voor alle jonge dichters én voor poëziedocent Jacques Brooijmans. Bij het verlaten van het slot scheen de maan in de slotvijver en werden de kaarsen in de kroonluchters in de Ridderzaal uit gesnoten.
Ilonka Verdurmen
Kasteeljuweel is een jaarlijkse poëziewedstrijd in het voor- en najaar, in samenwerking met het Muiderslot. Meer foto`s op onze Facebookpagina