jos van hest

Kasteeljuweel 'Dicht je rijk' najaar 2019

Op dinsdag 10 december 2019 verzamelden zich 21 jonge dichters en dichteressen uit de tweede klassen van het Comenius College in Hilversum in de Ridderzaal van het Muiderslot. De kaarsen in de kroonluchters waren aangestoken, zakjes chips verorberd in de Kazemat, en menigeen gierden de zenuwen door de keel. In oktober schreven ze hun gedichten op het slot onder leiding van poëziedocent Jacques Brooijmans en voor velen van hen was het het eerste gedicht van hun leven.

De jury bestond uit Mart L’Ami namens het Muiderslot, dichter Mustafa Stitou en Ilonka Verdurmen namens School der Poëzie. Kasteelheer Jeroen van Schie vertelde over zijn eerste kennismaking met het slot en Jos van Hest legde uit wie Hooft was op het schilderij over de Muiderkring. Op een wiebelige zeepkist droegen de jongeren voor. Hun supporters in de zaal klapten, filmden en fotografeerden dat het een lieve lust was.

2

Er ontsponnen zich boeiende gesprekjes over poëzie.

Gedichten hoef je niet helemaal te snappen om ze te kunnen waarderen. “Wie weet wat de rozen allemaal hebben meegemaakt” schreef Liz en dit soort vragen kunnen in een gedicht worden gesteld. In haar gedicht zijn de zielen die in het kasteel hebben geleefd de wortels van de aarde. Fiene begreep dat de planten in de moestuin het water uit de lucht zo waarderen ‘dat ze erbij gaan zingen’. Niels had van te voren nooit gedacht dat hij een gedicht zou kunnen schrijven. “Ik ben eigenlijk niet zo’n dichter en vond het raar dat ik überhaupt hier was.” Toch schreef hij een gedicht over een dichter die kaneel hoort kraken en de ‘brandende peper op zijn tong’ proeft.

Wietse hoort thuis in zijn bed de regen op het dak tikken en beschreef dat regen rustgevend kan zijn en ‘ik hoor weleens het geroezemoes van de regen’ . Toch zag hij dat in de Warmoeshof alles ‘gerot en bedaard’ was door diezelfde regen. Elias las een bijzonder gedicht over de stilte na een aanval, de stilte van de dood. De stilte die eerst een vriend is omdat de aanval voorbij is maar dan ontstaat het besef wat de stilte eigenlijk betekent ‘alles rood van bloed’. Senna’s gedicht was vol leven: ‘Het leven is een jonge meiboom’, ‘een blauwe monnikskap / een rood peperboompje / zingend in de wind.’ Skip schreef over de Ridderzaal: ‘De tafels dansen / de stoelen staan stil / Ik hoor ze sissen’. Er waren ook vrolijke gedichten zoals van Lisa over vogels die de hemel blij floten en meisjes die de wereld rond dansten. Sicco las een tweestemmige versie van zijn gedicht samen met Jos van Hest: ‘een echo over het land die zegt: geniet’. Colman bedacht voor zijn gedicht een slang, iets wat er niet is maar wel zou kunnen zijn: ‘De slang bijt het licht’.

Mustafa Stitou droeg drie gedichten voor, één over een borstbeeld van een Romeinse keizer dat hij had gezien ‘ik wilde vluchten en ik wilde blijven’, één over de koe Doortje die droomt van Zwemmend rivieren oversteken?/ Onder de sterrenhemelen slapen /
En 's winters een mantel dragen / Van sneeuw? 
en één over een orakel dat wacht zonder te verwachten.

3

Nadat alle gedichten waren voorgelezen mocht het publiek zijn stem uitbrengen en was er een korte pauze met Turkse broden en tapenades in de Taveerne.

De jury worstelde achter een rood fluwelen gordijn aan een keukentafel. Een hartverscheurende strijd. Zoveel bijzondere en mooie gedichten en maar drie prijzen!

Gelukkig bracht het publiek uitkomst. Er waren drie publieksprijzen beschikbaar en daar hoefde de jury alleen maar de uitgebrachte stemmen voor op te tellen. De gedichten die door het publiek waren gekozen, stonden ook hoog op het lijstje bij de jury. Het gedicht ‘Op de top’ van Luca waardeerde de jury om het beeld van de ophaalbrug die gedachten tegenhoudt. Er wordt in het gedicht echt iets overwonnen. De jury was ook blij met het zelfvertrouwen van Joy die moeiteloos koos voor wonderlijk mooie woorden als ‘jij in alle glorie / beroerend m’n onschuldig oog’ en Seamus die in zijn  stijl bewust anders wilde zijn dan de rest en koos voor korte regels met 1,2 of drie woorden en prachtig voorlas met een hele mooie timing.

 

Zo wonnen:

OP  DE  TOP

Op de top van de wereld zijn

maar bang om te vallen

eenzaam in een kasteel vol mensen

je hebt zo een groot terrein

maar je weet niet waar je naar toe moet

tuinen vol met ideeën

ophaalbrug om je gedachten tegen te houden

een heer maar machteloos

op de top van de wereld

maar je zo laag voelen

licht maar blind zijn voor je omgeving

 

tot hij of zij aan kwam lopen

langzaam werd het helder

 

de schilderijen komen tot leven

de open haard is weer eens warm

de gordijnen zijn voor me open gegaan

 

op de top van de wereld

en ik kan alles aan

 

Bron: binnenplaats

Luca Tawfek (2HV2)

1e Publieksprijs

 

‘IN  DEN  STILLEN  VAN  ‘N  AFSCHEIDSGROET’
 

’t was een voorjaar

blik uit ’t venster

jij, in alle glorie

beroerend m’n onschuldig oog

’t is wonderlijk

niet waar

hoe tijd vloog

en ’t einde van uwen dagen

naderbij schreed

En op ’n hete nazomerdag

zag ik je weer

Vanuit m’n venster

haastend mezelf naar beneden

was jij al heen ginds

maar bevroren in ’n bries

hingen de woorden die je beloofde nooit te spreken

Vaarwel liefste, tot in de pruimentijd

En ’t stillen van de dageraad

 

Bron: binnenplaats

Joy Ruijmgaart (2G2)

2e Publieksprijs

 

ANGST
 

Bloem

bloem woont

bloem woont ver

ver weg

verward

verward omdat

omdat angst

omdat boos

boos

boos op wat

op mezelf

op niemand anders

waarom

waarom wel

waarom niet

bloem

bloem maakt

maakt mij blij

blij

waarom wel

waarom niet

waarom niet

 

Bron: tuinen

Seamus  McGrane (2MH4)

3e Publieksprijs


 

4
5

En dit was de keuze van de vakjury. De eerste prijs was voor Nikita de Rijk. Zij ging heel zorgvuldig met de taal om en voegde bijvoorbeeld weloverwogen ‘De’ toe aan de titel van haar gedicht. Haar gedicht spreekt tot de verbeelding en zit vol raadsels. Ook verwerkt ze de namen die ze aantrof op de bordjes van de Kruidhof op een spannende manier in haar gedicht door ze confronteren met een stem die opeens klinkt. Haar gedicht is suggestief en verrassend.

 

DE WANDELING

Het is maar een wandeling

rustig langs de stroom

De zon schijnt door de bomen

Van het ene op het andere moment

is de rust voorbij

Al mijn energie zakt weg

Eens was ik zo scherp en vol pit

Nu lig ik daar langs de oever

Ik proef de kruiden op mijn tong

duizendblad, moederkruid, vossenbes

De smaken van brandend naar droog

‘Rustig maar,’ zegt de stem,

‘Het is al klaar.’

 

Bron: Kruidhof
Nikita de Rijk (2G1)

1e Prijs Vakjury

De tweede prijs is voor Younes Zeraouli. Hij laat in zijn gedicht zien dat in poëzie alles kan. Een kast kan kijken naar de tafel. Zijn gedicht heeft ritme en hij speelt met klank en laat ons zijn ‘k’s’ proeven. Hij  schenkt moed in aan tafel en bezingt de frisheid en de smaak van het woord.

 

DE  EETZAAL
 

De kast kijkt naar de tafel

kijkt naar het schilderij

 

het schilderij staart naar buiten

wat ziet het schilderij?

 

Een klok

De eeuwigheid van de klok

De eeuwigheid van het woord

 

De moed, de frisheid en de smaak

van het woord

 

Het schilderij kijkt naar het glas

Het glas is vol

Het bord is leeg

 

We schenken moed in aan tafel

 

Bron: eetzaal

Younes Zerouali (2MH4)

2e Prijs Vakjury

 

De derde prijs is voor Jesslin-Joy met haar gedicht over weten en voelen en twijfelen. In haar gedicht verlangt ze naar alles, zelfs naar een bittere smaak maar ook naar een zoete tinteling. ‘Liefde is niet iets wat je weet’ beseft zij in haar energieke regels die onherroepelijk leiden naar een slot waarin ze het zeker weet én betwijfelt.

 

VERLANGEN
 

Ik verlang naar alles, naar alles met

een bittere smaak, een smaak die je

je niet kunt voorstellen, ik verlang naar

de zoete tinteling in mijn lichaam

smaak samen met tinteling is alles

wat ik ken, ken ik wel mijn tinteling

liefde is niet iets wat je weet

weten voel je in je lichaam

maar voel je wel wat je weet

moet ik aan mijn liefde twijfelen

of weet ik niet wat ik betwijfel

ik weet het zeker ik verlang naar

jou, ik voel het in de lucht in het water

ik voel het in alles wat ik weet, voel

en betwijfel

 

Bron: Kruidentuin

Jesslin-joy de Bondt (2HV3)

3e Prijs Vakjury

 

Tot slot was er veel applaus en er waren vrolijke oranje rozen voor alle dichters.

6

Ilonka Verdurmen

School der Poëzie

11 December 2019

 

Met dank aan Jan ter Heide voor de foto’s.