VERS2018

VERS Poëzie MeetUp in Antwerpen

VERS Finalisten uit Amersfoort, Sneek, Bolsward, Rotterdam, Antwerpen, Gent, Hengelo en Amsterdam reisden op de warmste 19 april ooit gemeten naar Antwerpen.

De jongeren hadden in de VERS voorrondes zelfgeschreven gedichten voorgedragen geïnspireerd op het werk van de vijf genomineerde dichters (Joost Baars, Charlotte Van den Broeck, Marije Langelaar, Tonnus Oosterhoff of Mieke van Zonneveld) voor de VSB Poëzieprijs, die dit jaar voor de allerlaatste keer werd uitgereikt.

Ze waren door verschillende jury's met daarin steeds ook een van de genomineerde dichters uitverkoren om mee te doen aan de Meet Up in Antwerpen.

De jongeren werden ontvangen in een hostel aan de Grote Markt. Na een diner in een restaurant op de Keyserlei werden ze door enthousiaste stadsgidsen mee op pad genomen voor een afwisselende stadswandeling kriskras door het (opengebroken) centrum van Antwerpen: ze maakten kennis met dure winkelstraten, alternatieve plekken, smalle steegjes en brede stadspleinen. De wandeling eindigde bij het hostel.

Na wat nachtrust en met een stevig ontbijt achter de kiezen gingen de jonge dichters te voet vanaf de Grote Markt naar theater/cultureel centrum Villanella.

In de ochtend konden ze kennismaken met Carl De Strycker van het Poëziecentum (Gent), dichter Krijn Peter Hesselink en VSB Poëzieprijsgenomineerde Mieke van Zonneveld. Ze hadden boeiende workshops close reading voorbereid waarin ze steeds vier gedichten met de jongeren gingen bespreken:

  • een gedicht dat een rol had gespeeld bij het wekken van de belangstelling voor poëzie van de workshopgever
  • een gedicht dat in alle opzichten voldoet aan de criteria van de workshopgever voor een goed gedicht
  • een gedicht waarvan de workshopgever graag wil dat de jongeren er kennis mee maken
  • een gedicht van de dichter zelf of een gedicht waarover veel te vertellen valt qua ontstaansgeschiedenis, werkwijze en relatie met het leven van de dichter

Zo koos Carl De Strycker voor gedichten van Herman de Coninck, Karel Van de Woestijne, Hans Andreus en Leonard Nolens. Geduldig las hij telkens opnieuw de gedichten voor en vroeg de jongeren naar hun ideeën en hun mening met daarbij steeds als leidraad ‘waar zijn we’, ‘wie is er aan het woord’, ‘wat wil de dichter ons mededelen’ en hoe doet hij dat.

Het werd een ware ontdekkingsreis door de liefde en door de taal ‘spijt’gen spot gehamerd in mijn brein…’ (Karel Van de Woestijne) tegenover ‘Een man doodt wat hij liefheeft’ (Hans Andreus en de poëzie die steekt in truitjes, witte en rode sjaals, kousen, brassières en slipjes die De Coninck ziet rondslingeren in de kamer van zijn geliefde terwijl Leonard Nolens de tranen van zijn gedeprimeerde geliefde wil likken en slikken.

Krijn Peter Hesselink besprak het gedicht ‘Oud nieuws’ van hemzelf uit zijn nieuwste bundel ‘Toondoof’

 

over een volk,

 

bij wie, wanneer een baby het niet redt,

men zich een boom uitkiest, groot genoeg

 

om een gat uit te hakken

het kind weg te stoppen

en het gat af te plakken

tot de wond zich heelt

 

en ook een gedicht van Hans Andreus uit de Sonnetten van de kleine waanzin, nr 4

 

Dood is hier. Ik wil zien hoe ik verander

en of ik weggaan of alweer leven moet.

Maar wil niet zonder zijn, niet zonder moed.

 

Zijn derde gedicht was ‘Levensloop’ van Menno Wigman en ging over de schaamte van de dichter ‘voor bijna alles’.

Zijn vierde gedicht waarover hij vertelde was ‘De zon en alles’ van Eva Gerlach en ging over een droom waarin iemand slecht oppast op ‘wat van mij was’ en weggaat met de zon ‘en alles bij zich, alleen mij had zij / niet meegenomen’.

 

Mieke van Zonneveld had gekozen voor een gedicht van Herman Gorter uit 1890,

‘Ik wilde ik kon u iets geven

tot troost diep in uw leven

maar ik heb woorden alleen,

namen, en dingen geen. ‘

 

Haar tweede gedicht was ook van Menno Wigman uit ‘Slordig met geluk’ en ging over de dood van Prins Friso, ‘Een sneeuw’

 

De witte middag hapert tussen hoop en vrees.

De ziekenzaal staat stijf van onbenutte tijd.

Ook zonder mij wordt het straks kwart voor vijf.

 

Ze besprak ook haar eigen gedicht ‘Acute promyelocytenleukemie’ over de ziekte die haar enkele jaren geleden trof. Jongeren wilden ook weten of de ziekte (die ze inmiddels heeft overwonnen) haar veranderd had en ze vertelde dat ze zich meer gerealiseerd had hoe zeer het verloop van dingen in het leven van kleine dingen afhankelijk kan zijn en hoe onverwacht en snel alles kan veranderen maar ook dat ze er vrolijker en relativerender door was geworden en ze zich niet meer nodeloos druk maakte.

Haar vierde gedicht waas van Lucebert, uit ‘Amulet’, aan lesbia:

 

de oude eepse barg ligt

nimmermeer in drab

maar voorgoed op zachte kussens onder – uitgerekend –

de weelderigste boom’

 

In de pauze was er heerlijke taart, volgens kenners van de beste patisserie van Antwerpen.

Na een uitgebreide lunch in de foyer van Villanella stortten de jongeren zich op een performanceworkshop. In de groep van Yannick Moyson gingen alle remmen los. Hij nodigde de jongeren uit tot een poëziebattle, een geïmproviseerde dialoog tussen twee personen met een dichtbundel als basis. Hij had een grote stapel bundels meegenomen. Daarna droegen ze hun eigen gedichten voor met verschillende emoties. De laatste opdracht leidde tot grote hilariteit omdat er duo’s werden gevormd die een dialoog met elkaar gingen voeren met hun eigen gedicht als materiaal. Door de hele zaal klonken harde stemmen van jongeren die hun ‘tegenstander’ met hun gedicht de hoek in dreven.

Krijn Peter Hesselink gaf de jongeren na een collectieve warming up, heel veel informatie en praktische tips. Twee tassen fungeerden als coulissen en hij oefende met iedereen persoonlijk hoe je op kunt komen, de aandacht van het publiek kunt krijgen en vasthouden, contact kunt maken met het publiek en hoe je gedicht het beste over het voetlicht komt wat betreft volume, tempo en indeling.

Ondertussen zat dichter Mieke van Zonneveld in een warm Lokaal 1. Om de tien minuten kwam er een jonge dichter op haar poëziespreekuur om zijn of haar eigen gedicht met haar te bespreken. Ze gaf veel praktische tips over mogelijkheden om het gedicht sterker te maken en te verbeteren.

Maud Vanhauwaert, stadsdichter van Antwerpen en genomineerd voor de VSB Poëzieprijs in 2016, presenteerde het afsluitende programma in de gemoedelijke zaal de Salon van Villanella. Maud legde in een korte poëzieles uit wat een Villanella is (een versvorm) en gaf toen het woord aan de jongeren die in groepen hun presentatie hadden voorbereid. De jongeren luisterden ook nog naar een optreden van slammer/spoken word artiest Yannick Moyson en zagen goochelaar Jeje Magic aan het werk. Maud sloot af met een paar vrolijke gedichten van eigen hand.

Na afloop was er pizza en ging iedereen elkaar volgen op Instagram en Facebook, zodat de grote poëzie-verbroedering daar kan worden voortgezet. Na een stortvloed aan poëzie en met heel veel indrukken op zak was het tijd om richting het mooie station van Antwerpen te gaan om de terugreis te aanvaarden.